Krachten bundelen: hoe geven we samen onze organisatie vorm?

Krachten bundelen: hoe geven we samen onze organisatie vorm?

Hoe kan een organisatie het enthousiasme van zo veel mogelijk mensen omzetten in actie? Een bouwsteen die onze burgerbeweging daarbij hielp is het Sociocratie 3.0-patroon ‘kring van afgevaardigden’. Laat je inspireren door het verhaal van Klimaan, en ontdek hoe een doordachte organisatiestructuur helpt om de energie van mensen in beweging te houden. 

Toen Klimaan onder impuls van een viertal enthousiastelingen van start ging in januari 2018 was het doelwit helder. Klimaan zou in Mechelen een energiecoöperatie oprichten, om de omschakeling naar hernieuwbare energie te versnellen: een zogenaamde REScoop, een Renewable Energy Sources cooperative, waarin burgers mee kunnen investeren en waarin ze ook inspraak hebben. In ijltempo werd Klimaan vzw (een vereniging zonder winstoogmerk) opgericht, als voorloper van de later op te richten coöperatie. Er kwam een logo en een huisstijl, en een eerste project ging van start: een groepsaankoop voor ledlampen.

Hoe meer activiteiten er ontplooid werden, hoe meer nieuwe gezichten zich aanmeldden. Het waren mensen met uiteenlopende achtergronden, allemaal gedreven om als burger bij te dragen aan een duurzame samenleving. De vraag kwam op: kan iedereen zijn ei voldoende kwijt in het idee van de energiecoöperatie? Het was nodig om eens stil te staan bij ieders ‘waarom’. 

Een paar herbronningsavonden volgden, en in de herfst van 2018 nam Klimaan nieuwe thema’s op in haar werking, als aanvulling op het thema energie waarmee alles begon. Met een knipoog naar de vier elementen waren dat: grond, water en lucht. Want ook daarmee moeten we toekomstgericht omgaan, beseften veel Klimaners. De nieuwe thema’s mocht je breed bekijken. Ook projecten rond voedsel, mobiliteit en materialen vonden er een plaatsje onder. En nog zoveel meer. 

Het Mechels Klimaatalarm: een reeks zaterdagen in 2019 met ‘Sing for the climate’ om 5 voor 12, om het klimaat op de politieke agenda te plaatsen.

We creëerden samen ook een ‘Klimaankompas’ met vier principes die beschreven waaraan een Klimaan-initiatief moest voldoen. Die waren: 

  • een Klimaan-initiatief respecteert de draagkracht van de aarde, 
  • het geeft energie door samen zinvolle dingen te doen, 
  • het kijkt naar het totaalplaatje, 
  • het mobiliseert burgers om een lokale duurzame samenleving te creëren.

Boodschap aan alle leden was: wil je een nieuw initiatief opstarten? Dat kan, als het in lijn is met onze vier principes. Klimaan was daarmee helemaal klaar om als brede burgerbeweging in Mechelen en omstreken een actieve en verbindende rol te spelen. Samen bouwen aan een wereld waarin mensen zorgzaam omgaan met grond, materialen, lucht, energie en water (die we ook wel de ‘commons’ noemden) was het doel. De sociale reflex was er steeds: iedereen, ongeacht achtergrond, opleidingsniveau of financiële situatie, moest meekunnen in het Klimaan-verhaal.

Werkgroepen naar believen

De herbronningsoefening bracht helderheid over wat we samen wilden doen. Voor elk van de vier thema’s kwam er een werkgroep: Werkgroep Energie, Werkgroep Water, Werkgroep Lucht en Werkgroep Grond(stoffen). De nieuwe structuur creëerde ruimte om breed te werken. Elke Klimaner vond makkelijk een project waaraan hij of zij graag wilde bijdragen, en de impact van Klimaan werd er groter door. 

Het bleef niet bij thematische werkgroepen. Ook ondersteunende werkgroepen, zoals Werkgroep Communicatie, Werkgroep Samenwerking en Werkgroep IT, en lokale groepen, geworteld in de gemeenten rond de stad Mechelen, zagen het levenslicht. Maandelijks was er de ‘Klimaandelijkse’: een bijeenkomst om iedereen bij te praten en om het contact tussen de werkgroepen levendig te houden. In de zomer van 2019 waren er 80 leden actief.

Vertrouwen en eigenaarschap waren sleutelwoorden vanaf het begin. Een voorbeeld daarvan: al wie wilde kreeg toegang tot de back-end van de website om naar hartenlust blogposts, kalenderitems of webpagina’s te creëren. Ook de werkgroepen ontplooiden naar eigen inzicht allerlei activiteiten. 

In mei 2019 was het dan eindelijk zover: de coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk Klimaan cvso werd opgericht, als tweede juridische entiteit van de burgerbeweging. Dat opende nieuwe mogelijkheden, want een coöperatie kan heel andere dingen doen dan een vzw. Vanaf toen konden burgers samen investeren in lokale klimaatprojecten. De coöperatie nam meteen een vliegende start met het leggen van zonnepanelen op het gemeentehuis en de bibliotheek van Bonheiden. 

Klimaan cvso is klaar voor de zaterdagmarkt: mensen warm maken om deelwagens te gebruiken, mee te doen met de samenaankoop van zonnepanelen of mee te investeren in coöperatieve zonnepanelen, deelwagens en warmtenetten.

De Klimaanraad

De burgerbeweging was dus best complex geworden, met veel mensen, tal van werkgroepen en twee juridische entiteiten, elk met hun eigen bestuur. Alle energie, ideeën en projecten laten samenvloeien in een coherent geheel was best uitdagend. Na een tijdlang zoeken, creëerden we nog een extra structuur, geïnspireerd op het Sociocratie 3.0-patroon ‘kring van afgevaardigden’, met als doel de samenwerking in goede banen te leiden. We doopten onze kring van afgevaardigden de Klimaanraad. De eerste Klimaanraad vond plaats in september 2019. 

Schematische voorstelling van het Sociocratie 3.0-patroon ‘kring van afgevaardigden’. (Beeld: B. Bockelbrink, CC BY-SA)

Stukje theorie: Kring van afgevaardigden

Wil je graag zo weinig mogelijk hiërarchie in je organisatie? Een geliefde aanpak om dat te realiseren is met een ‘kring van afgevaardigden’, een van de technieken uit Sociocratie 3.0, een flexibel inzetbare verzameling van een zeventigtal aanpakken, stappenplannen en leidraden − patronen genoemd − die helpen om beter samen te werken.

Als je dit patroon toepast, ga je je organisatie opvatten als een verzameling deelorganisaties die samenwerken − bij Klimaan waren dit de werkgroepen. Elke deelorganisatie werkt autonoom binnen bepaalde grenzen (zoals een doelstelling, een takenpakket, een budget, enzovoort). Daarnaast is er een ‘kring van afgevaardigden’ die bestaat uit een vertegenwoordiger van elke werkgroep. Die beantwoordt de organisatie-overkoepelende vragen en uitdagingen. Mooi geregeld: geen hiërarchie, toch geen chaos.

De Klimaanraad had elke maand een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de thema-werkgroepen (bijvoorbeeld Werkgroep Energie), de ondersteunende werkgroepen (bijvoorbeeld Werkgroep IT), de lokale groepen (bijvoorbeeld Klimaan Vaartland) en de bestuursorganen. Werkgroepen en besturen mochten naar eigen goeddunken steeds dezelfde of regelmatig een andere persoon afvaardigen. Dat verschillende mensen in meerdere werkgroepen actief waren hielp om flexibel om te springen met wie naar de Klimaanraad kwam. Klimaan is een vrijwilligersvereniging, dus engagementen moesten passen bij ieders leven. 

We zagen grote voordelen in het bestaan van de Klimaanraad. Nieuwe enthousiastelingen konden er supersnel hun entree maken. Een publicatie in het Staatsblad, zoals voor een nieuwe bestuurder zou moeten, hoefde niet, en het was ook geen langetermijnengagement. Bovendien: de twee rechtspersonen waaruit de burgerbeweging bestond (Klimaan vzw en Klimaan cvso) waren er beiden vertegenwoordigd, wat goed was voor de inhoudelijke samenhang tussen de twee. 

Het bestuur

Wat deden de bestuursorganen dan? Dat vulde elk bestuur voor zichzelf in. Het bestuur van de coöperatie had en heeft nog altijd een groot takenpakket, want burgerkapitaal investeren vraagt voorzichtigheid en een coöperatie mag omwille van de wetgeving ook niet zomaar met vrijwilligers werken. Het bestuursorgaan van de vzw daarentegen hield het kleiner. Naar het voorbeeld van het minimum viable board van het internationale netwerk Enspiral, verklaarde het − ik was toen een tijdlang medebestuurder van Klimaan vzw − zichzelf verantwoordelijk voor een minimumpakket aan taken, met de focus op de juridische, financiële en administratieve zaken. Verder hield het bestuur wel een oogje in het zeil, maar gaf het vooral zo veel mogelijk invloed aan de Klimaanraad. Aan de leden van Klimaan vzw dus. 

Samen navigeren met het Klimaankompas: de vier Klimaanprincipes beschrijven waaraan een Klimaan-initiatief moet voldoen.

Het bestuur van Klimaan vzw kwam niet vaak samen. Enkele keren per jaar volstond. En bestuursvergaderingen waren sowieso al open voor wie ze wilde bijwonen. Een machtsbastion dat het laatste woord had is er in Klimaan nooit geweest. De bestuurders van de vzw wilden vooral een bedding blijven creëren voor wat zich wilde ontplooien, eerder dan de burgerbeweging een bepaalde richting uit te sturen. Dat deed elke werkgroep voor zichzelf wel. ‘Een Klimaan-initiatief geeft energie door samen zinvolle dingen te doen’ was een van de principes die we in het eerste jaar samen geformuleerd hadden, en wat geeft meer goesting dan je schouders te zetten onder een project dat je zelf mee bedacht hebt? 

Samen navigeren 

Onderwerpen die op de agenda van de Klimaanraad verschenen waren: Over hoeveel geld mag een werkgroep autonoom beslissen? Hoe gaan we om met leden die onze communicatiekanalen willen gebruiken om politieke boodschappen te verspreiden? Gaan we in op een uitnodiging tot samenwerking met een andere organisatie wat mogelijk onze draagkracht voor andere projecten verkleint? Gaan we een subsidie aanvragen met vermelding van activiteiten waarvan we niet weten of er voldoende vrijwilligers zijn om die tot een goed einde te brengen? Hoe goed willen we nieuwe leden leren kennen voordat we hen toegang geven tot het intern communicatieplatform Basecamp? Wat moet aan bod komen op de volgende Klimaandelijkse? Hoe houden we onze social media levendig met inbreng van verschillende werkgroepen? En ga zo maar door. Waar mogelijk pasten we in de Klimaanraad consent besluitvorming toe, ook een Sociocratie 3.0-patroon.

Gewoon doen, is de boodschap. Klimaan plantte in 2022 een Urban Forest in Tivolipark in Mechelen.

Leden reikten vaak mooie grootse ideeën aan. Het Klimaankompas met de vier principes hielp ons om samen te navigeren in de zee van mogelijkheden. Voortbouwend op de eerste ervaringen formuleerden we nog een extra criterium: ‘draagvlak en draagkracht’. Om na te gaan er draagvlak was voor een potentieel project, stelden we ons de vraag: past dit project binnen de visie en zijn leden er enthousiast over? En voor draagkracht: wat moet er concreet gebeuren, wie engageert zich ervoor en is het realistisch? 

Het inschatten van draagvlak en draagkracht was een voortdurende evenwichtsoefening, want in een vrijwilligersvereniging fluctueren engagementen soms snel. Enkel als er volgens onze gezamenlijke inschatting voldoende draagvlak en draagkracht was, kon een groter project van start gaan. Dit heldere beslissingskader zorgde ervoor dat we samen verantwoordelijke beslissingen konden nemen, zonder daarvoor iemand in een verantwoordelijke positie te plaatsen. Voor kleinere projecten die door enkele mensen uitgevoerd konden worden, bijvoorbeeld binnen een werkgroep, was zo’n uitgebreide evaluatie uiteraard niet nodig. ‘Gewoon doen’, was daar de boodschap. 

Klimaan blijft bewegen 

Na drie jaren met een maandelijkse Klimaanraad kwamen er almaar minder werkgroepoverschrijdende vraagstukken op tafel, omdat de samenwerking ondertussen goed gestroomlijnd was. De coronatijd was ook niet gemakkelijk geweest − Klimaan steunt immers op lokale ontmoetingen −, en daardoor was het aantal actieve leden en het aantal projecten iets meer behapbaar geworden. De nood aan een maandelijks vergadermoment om de samenwerking te coördineren was er niet meer, en dus hield de Klimaanraad op te bestaan. De laatste vond plaats in januari 2023. Betekende dat dat leden minder inspraak kregen? Zeker niet. Leden beslissen nog altijd mee, maar dat verloopt nu op een meer organische manier, bijvoorbeeld via het online communicatieplatform of tijdens de Klimaandelijkse die nog altijd elke maand plaatsvindt om iedereen op de hoogte te houden. 

De Klimavelo: fietstaxi voor minder mobiele mensen. Laat je rijden in de riksja’s van Klimaan vzw. 

De Klimaanraad, ofwel het Sociocratie 3.0-patroon kring van afgevaardigden, was een van de vele bouwstenen in een mozaïek aan aanpakken en bijeenkomsten die hielpen om van de burgerbeweging een succes te maken. Macht delen en mensen betrekken zat van in het begin in het DNA van de organisatie en dat krijgt op vele manieren vorm. Doordacht blijven kiezen voor wat helpt om die intenties waar te maken, houdt de energie in beweging. 

Frederic Laloux, de auteur van het invloedrijke boek Reinventing Organizations, zegt daarover:

Wanneer organisaties gebouwd zijn, niet op impliciete mechanismen van angst, maar op structuren en praktijken die vertrouwen en verantwoordelijkheid genereren, beginnen er buitengewone en onverwachte dingen te gebeuren.

En er werden stenen verlegd. De coöperatie Klimaan cvso haalde ondertussen al zo’n 1,4 miljoen euro aan burgerkapitaal op en investeerde dat in zonneprojecten, warmtenetten en deelwagens. Drie mensen zijn er professioneel aan de slag. 

Klimaan vzw is uitgegroeid tot een belangrijke stem in de lokale dialoog, en prikkelt en activeert nog steeds burgers met een scala aan boeiende activiteiten, zoals een geveltuinenproject, de aanplanting van een stadsbos, Repair Cafés, filmavonden en informatieve sessies. Eind 2021 was Klimaan vzw mede-oprichter van Pandschap Rivierenland, een coöperatie die private woningen duurzaam renoveert waarna ze verhuurd worden als sociale woning. En de ‘Klimavelo’, ook een Klimaan-initiatief, is een fietstaxidienst die minder mobiele mensen op hun bestemming brengt, vaak met riksjapiloten die graag hun Nederlands oefenen. 

Klimaan blijft vol enthousiasme burgers in beweging brengen.

Dit artikel is aangepaste versie van een tekst die op mijn website verscheen.

MechCiCo, MechCiiiiiCoooo

MechCiCo, MechCiiiiiCoooo

Eind december deden we een vreugdedansje: het project ‘MechCiCo’ werd goedgekeurd voor financiering door Vlaanderen Circulair. Goed nieuws, na een poging een jaar eerder. In die tijd rijpte het projectvoorstel verder uit en met Mest vzw, de stad Mechelen, Thomas More en Ecofocus kwamen er sterke partners aan boord.

MechCiCo? Dat staat voor Mechelaars Circulair en Coöperatief. We gaan op zoek naar circulaire en coöperatieve technische oplossingen om het energie- en waterverbruik te verlagen in ArteNova en de oude brandweerkazerne. Wat verstaan we daaronder? Dat lees je op onze >>> projectpagina<<<.

Wat is er al gebeurd? Op 11 maart deden we een technische rondgang met een studiebureau om de gebouwen te verkennen en te kijken wat er mogelijk is. Het nodige is gedaan om binnenkort de verbruiken van elektriciteit, gas en water per kwartier te monitoren. En we bereiden workshops voor om samen met de gebruikers en andere betrokkenen te kiezen wat we gaan installeren. (Omdat ‘community’ helaas niet rijmt op ‘social distancing’, gaat dit traject de koelkast in tot er betere tijden aanbreken.)

Zegt het jou wat om binnen Klimaan mee te werken aan dit verhaal? Schrijf je in als actief lid van Klimaan, kies de werkgroep ‘Grond’ en laat weten dat je graag MechCiCaan wil worden. Van harte welkom!

Terugblik op de zomerweek van Aardewerk

Terugblik op de zomerweek van Aardewerk

Klimaan was goed vertegenwoordigd op de zomerweek van Aardewerk. Steven, Marleen, Tris, Mia en ik waren erbij. ‘De mens voorbij: onder planten en dieren’ was het thema waarin sprekers Ullrich Melle en Ton Lemaire ons meenamen. Aardewerk pleit voor fundamentele sociaal-ecologische verandering en organiseert naast de zomerweek ook de opleiding ‘Ecologische filosofie en politiek’ in Mechelen.

Leestijd: 10 minuten.

Idyllisch en vol leven. De omgeving van het Molenhuis in Bérismenil waar de zomerweek van Aardewerk plaatsvond is een mooie plek om tot rust te komen. Even naar de tent? Dan wandel je via de brug over het riviertje, onder de bomen door, naar het weilandje. Voor je voeten zie je muisjes in hun holletjes verdwijnen en sprinkhanen wegspringen. En kijk eens in het water. In de vijver zitten kikkers en in de Belle Meuse rivierkreeftjes. Het is een prachtige plek in het groen, waar het makkelijk is om je verbonden te voelen met alle leven.

Alle leven? ‘Plantenblindheid! U schrijft over de mensen en de dieren, alsof zij de hoofdrol spelen tegen een groen gekleurde achtergrond. U ziet de planten als een groen decor.’ Hoor ik daar Ullrich Melle? Inderdaad, ik betrap mezelf hier op een zoöcentrische bril.

Die bril eens een week afzetten, en voorbij de mens denken, dat deden we tijdens de zomerweek. Met een zestigtal mensen, volwassenen en kinderen, trokken we in augustus naar Bérismenil in de Ardennen. Kamperen of in het huis overnachten, het was vrij te kiezen. Op het programma: ’s morgens een lezing, de namiddagen zelf in te vullen en ’s avonds een luchtigere groepsactiviteit.

Het was de eerste keer dat ik meeging op zomerweek. Mijn twee kinderen zagen het ook zitten. We lieten de papa thuis, namen een dorpsgenote mee en reden gepakt en gezakt naar Bérismenil, waar we onze tent opzetten op een prachtig weilandje naast het water.

 

Een droogstoppel die het over liefde heeft

Op de eerste avond heeft Ullrich Melle alles al gezegd. ‘De radicale ecologie pleit voor een andere verhouding van de mens tot de niet-menselijke natuur.’ En even later: ‘Dan mag u nu naar huis gaan’. Toch wel een aparte vorm van humor, van deze milieufilosoof en professor emeritus van de K.U.Leuven.  

Onze planetaire problemen vragen om een radicale verschuiving in onze gevoelens over ‘onze’ plaats in de rest van de natuur, zegt Christopher Stone.

Gelukkig volgde er nog een verhaal over een droogstoppel en de liefde. In 1972 schreef Christopher Stone – een jurist, dus moet het wel een droogstoppel zijn – het boek ‘Should trees have standing?’, waarin hij er vrij serieus voor pleit om juridische rechten toe te kennen aan natuurlijke objecten, zoals bossen, rivieren en oceanen. Onze planetaire problemen vragen om een radicale verschuiving in onze gevoelens over ‘onze’ plaats in de rest van de natuur, zegt hij. Om het sterk uit te drukken: we moeten ons vermogen om lief te hebben ontwikkelen. Of, zachter uitgedrukt: ons meer bewust zijn van de samenhang in de natuur. Het is pure Aardewerk-filosofie, zo pleiten voor een radicaal andere relatie tot de natuur.

Twee foto’s bekeken we nog, meer was er niet nodig om ons met de neus op de feiten te drukken: we voelen ons onwennig in onze relatie tot dieren. En dan hebben we het nog niet over de planten gehad, hen zien we vaak niet eens staan. De toon was gezet.

 

Fytoceen en antropoceen

We bleven nog wat langer, en lieten ons twee voormiddagen door Ullrich Melle op sleeptouw nemen doorheen de plantenwereld. Onze eerste opdracht: alles in perspectief plaatsen. De aarde bestaat 4,6 miljard jaar, heeft nog 7 miljard jaar voor de boeg en wij doen, ocharme, nog maar 10.000 jaar aan landbouw en veeteelt. We vinden onszelf belangrijk en we realiseren ons niet dat 99 procent van alle biomassa plantaardig is. Niks antropoceen, zegt Ullrich, we leven al 400 miljoen jaar in het ‘fytoceen’, het tijdperk van de planten. Het zijn de planten die, samen met schimmels en micro-organismen, het andere leven mogelijk maken.

Of toch, het antropoceen? De mens is lang insignificant geweest, maar sinds het midden van de vorige eeuw heeft de mensheid zowat elk onderdeel van de biosfeer beïnvloed en veranderd. De wereld zoals we die kennen is voorbij, ook al beseffen we het nog niet. We staan aan de rand van epische veranderingen. Wij, de industriële mensheid, hebben ons op hetzelfde niveau geplaatst als de grote aardse krachten. En de aarde reageert met oncontroleerbare veranderingen.

Planten zullen de wereld redden, zegt Ullrich Melle, want als zij het niet doen, wie dan wel? Planten hebben al vaker in de geschiedenis van de aarde het leven gered na extinctiegolven.

Ondertussen namen de kinderen buiten hun taak als geologisch agens ernstig. Er werd meer dan één steen verlegd en plots lagen er dammen in de rivier. De loop van de Belle Meuse zal nooit meer dezelfde zijn.

Wie zal de wereld redden? Planten zullen de wereld redden, zegt Ullrich, want als zij het niet doen, wie dan wel? Planten hebben al vaker in de geschiedenis van de aarde het leven gered na extinctiegolven. Planten houden ons in leven. 

 

Een andere tijdschaal

Laat ons dan toch maar eens beter naar die planten kijken. Biologisch gezien zijn we familie van elkaar, want we stammen allemaal af van een prokaryotische cel. Hoe kan het dat we onze familie zo uit het oog verliezen, dat we hen zo gemakkelijk tot ‘groen tapijt’ reduceren? Het antwoord is eenvoudig: omdat planten traag zijn. Je ziet ze niet groeien. Ze laten zich niet betrappen op hun vitaliteit. In dieren herkennen we ons, in planten niet.

We vinden planten geheimzinnig, we kunnen ze niet doorgronden. Toch zijn planten verbazingwekkend. Wist je dat één roggeplant 622 kilometer aan wortellengte heeft? En dat een volgroeide loofboom jaarlijks meer dan 10.000 kilogram suikers aanmaakt? Hoe indrukwekkend de plantenwereld is, zagen we ook ’s avonds in de film ‘Behind the Redwood Curtain’. We werden stil van dit verhaal over de Redwoodwouden in Californië. Die eeuwenoude woudreuzen, die volgens een andere tijdschaal leven, boezemen ontzag in. Het deed pijn om die mastodonten te zien vallen en de overgave waarmee activisten en ecologen voor het woud opkomen raakte ons. Maar tegelijk voelden we ergens ook wel begrip voor de werknemers-houthakkers, die hun werk uitvoeren om in hun levensonderhoud te voorzien, in de voetsporen van hun voorouders. Het leven is nooit zwart-wit.

 

Geen deel is essentieel

Het wonder dat alle leven op aarde mogelijk maakt is fotosynthese. Het is meteen ook het fundamentele verschil tussen planten en dieren. Planten maken hun eigen voeding, terwijl wij, dieren en mensen, rechtstreeks of onrechtstreeks van planten afhankelijk zijn. Zij kunnen zonder ons, wij zijn verloren zonder hen. We moeten ons wel verplaatsen om ons te voeden, dus hebben we compacte volumes. Bij planten is het anders: zij staan op een bepaalde plek en zetten daar in op het maximaliseren van hun oppervlakte, om zo veel mogelijk stralingsenergie op te vangen. Ze staan zo stil dat ze in de achtergrond lijken te verdwijnen. Onbeweeglijk, weerloos, kwetsbaar. Of toch niet?

Planten zijn minder kwetsbaar dan we denken. Ze zijn potentieel onsterfelijk, dat kunnen wij van onszelf niet zeggen. Planten behouden hun hele leven embryonaal weefsel, vanwaaruit ze nieuwe organen kunnen vormen. Een plant is nooit definitief afgebakend, geen deel is essentieel. Uit een tak kan een nieuwe boom groeien. Als je het zo bekijkt, is een plant niet echt een individu, maar eerder een collectief van samenwerkende cellen. Die plantencellen organiseren zich in een netwerkstructuur. Alle delen van de plant werken samen op voet van gelijkwaardigheid. Ze wisselen continu informatie uit. De intelligentie zit in de hele plant verspreid.

 

Dynamischer dan we ooit voor mogelijk hielden

We zijn geneigd te denken dat planten weerloos zijn en dat ze hun omgeving moeten ondergaan, maar dat is niet zo. Planten zijn veel dynamischer dan we ooit voor mogelijk hielden. ‘Ze hebben allemaal ADHD’, zegt Ullrich. En wat ze doen is verrassend doelgericht en probleemoplossend. Het valt ons niet op, want ze bewegen traag, ondergronds of op micrometerschaal. Hun wortels bijvoorbeeld zijn bijzonder actief. En of de huidmondjes open of dicht zijn, stuurt de plant continu bij afhankelijk van de omstandigheden.

Het onderzoek naar hoe planten informatie verwerken – dat nog vrij recent is – toont aan dat we de complexiteit, levendigheid en intelligentie van planten lang onderschat hebben.

De plant beschikt over een enorme hoeveelheid informatie. Er is communicatie en samenwerking op het diepste niveau tussen de cellen. Een plant is een hyperactief communicatief netwerk. Op basis van de beschikbare informatie maakt een plant een afweging, een keuze. Hij reageert flexibel en aangepast op invloeden uit zijn omgeving. Planten reageren niet allemaal hetzelfde. Ze vergissen zich wel eens. Ze leren uit ervaring. Ze communiceren met elkaar. Het onderzoek naar hoe planten informatie verwerken – dat nog vrij recent is – toont aan dat we de complexiteit, levendigheid en intelligentie van planten lang onderschat hebben. ‘Planten moeten niet voor ons onderdoen,’ zegt Ullrich. Het vegetale is geen minderwaardige vorm van leven.  

Dat inzicht roept een andere vraag op: hebben planten dan ook bewustzijn? Het is een delicate vraag die moeilijk te beantwoorden valt, want geen mens weet wat bewustzijn is. Wat we wel weten is dat ook planten in een wereld van betekenissen leven. Sommige elementen in de wereld rondom hen zijn gunstig voor hun voortbestaan, andere niet. Net als wij moeten planten zich daarin een weg zoeken. Volgens die kijk, ‘enactivism’ genoemd, hebben alle levende wezens bewustzijn. Meer kunnen we niet met zekerheid zeggen over het bewustzijn van planten, maar dat ze geen bewustzijn hebben is niet vanzelfsprekend, volgens Ullrich.

 

Op weg naar een plantenrevolutie en een plantenethiek

In de jaren ’70 liet Peter Singer met zijn boek ‘Animal Liberation’ de ordening van de wereld, de ‘ladder van het zijn’ met mensen boven dieren boven planten op zijn grondvesten daveren. Tot dan toe werden dieren vooral mechanistisch benaderd, maar dankzij Singer kwamen mens en dier op één trede te staan. Speelt er zich nu iets gelijkaardigs voor planten af? Maken we een plantenrevolutie mee? Is het binnenkort gedaan met onze ‘zoöarrogantie’ en zijn we op weg naar ‘zoönederigheid’? Volgens Ullrich Melle wijst alles daarop.

Dat planten complexe levende wezens zijn is ondertussen algemeen aanvaard. Toch bekijken we hen doorgaans enkel als een middel om onze doelen te realiseren. Hun inherente waarde erkennen we nauwelijks. Kunnen we zo wel verder? Als we erkennen dat planten intelligente levende wezens zijn die ook een vorm van bewustzijn hebben, dan kunnen we toch niet anders dan hen niet onnodig te kwetsen en te doden? Dan moeten we hen wel met aandacht en respect behandelen? Het laatste is hierover nog niet gezegd, we staan nog maar aan het begin van de plantenrevolutie.

Maken we een plantenrevolutie mee? Is het binnenkort gedaan met onze ‘zoöarrogantie’ en zijn we op weg naar ‘zoönederigheid’?

De eerste stappen in de richting van een plantenethiek zijn gezet. De waardigheid van alle levende wezens, inclusief de planten, is opgenomen in de Zwitserse grondwet. In 2008 maakte de Zwitserse ethische commissie dit concreter door te stellen dat we planten omwille van hun inherente waarde met terughoudendheid moeten behandelen. Een document uit Duitsland (‘Rheinauer Thesen zu Rechten von Pflanzen’), ook uit 2008, legt de fundamenten voor een plantenethiek. Het kent planten zes fundamentele rechten toe: het recht op voortplanting, het recht op zelfstandigheid, het recht op evolutie, het recht op het overleven van de eigen soort, het recht op niet-patenteren en het recht op respectvol onderzoek en ontwikkeling.

In de toekomst zullen we planten respecteren in hun eigenheid, zegt Ullrich. We hebben hen nodig voor voedsel en grondstoffen, maar hoe we nu met hen omgaan zal niet langer vanzelfsprekend zijn. Hij sloot af met een suggestie – met een knipoog – voor het thema van de zomerweek van volgend jaar: de schimmels. Daar valt blijkbaar ook veel over te vertellen.

 

Stilte en verbinding

De plant centraal zetten, het maakte indruk. Dat was te merken toen we er op een namiddag op uit trokken om materialen uit de natuur te verzamelen, in het kader van een ritueel van Joanna Macy, de Amerikaanse ecofilosofe die ons met ‘het werk dat weer verbindt’ aanmoedigt om stil te staan bij de chaos in de wereld en om een rol te spelen in de ommekeer.

Ik sloot me aan bij het groepje dat in stilte stammen, takken en bladeren verzamelde. Het viel op dat niemand levend materiaal verzamelde. Er was dan ook meer dan genoeg dood hout te vinden om met gevulde handen terug te keren. Met alle materialen uit de natuur bouwden we een kunstwerk naast het water. Dit werd een stilteplek om het leven te eren en los te laten. We droegen het op aan al het leven dat we moeten loslaten, en in het bijzonder aan Rom, Aardewerker die op dat moment stervende was.

Achteruit kijken en rouwen om wat verloren ging hoort nadrukkelijk bij het werk van Joanna Macy.

Verstilling was een rode draad die doorheen de week liep. De ene dag was er een avondmaaltijd in stilte, op een andere dag genoten we van een stille avondwandeling door het bos. We waren stil genoeg om bevers bij hun dammen te zien: prachtig.

Elke ochtend dansten we de Olmendans, een eenvoudige dans in een cirkel, ook een onderdeel van het werk van Joanna Macy. Oorspronkelijk was de dans bedoeld om verbondenheid uit te drukken met de mensen uit de regio rond Tsjernobyl. We kregen de dans aangeleerd van Jeanneke, oermoeder van Aardewerk, die helaas na enkele dagen ziek naar huis ging. Het was telkens een magisch moment onder de bomen. Het deuntje bleef hangen, de kinderen hebben het thuis nog een paar dagen geneuried.

De dans begon met enkele stappen achteruit, om daarna vooruit en naar het midden te gaan. Achteruit kijken en rouwen om wat verloren ging hoort nadrukkelijk bij het werk van Joanna Macy. Op een avond legden we symbolisch dingen uit de natuur neer om dat wat verloren gegaan is in de wereld te erkennen. Een krachtig ritueel. Vooraf bracht Hilde de monoloog ‘Beren met advocaten’, over de beren die de mensheid aanklagen. Ze lieten de kasboeken van de aarde aanvoeren, ‘geschreven in wolken en gletsjers en sedimenten en geteld in de kleuren van de zon en de maan’. Ons belastingsysteem bleek niet het enige ter wereld te zijn. Indrukwekkend.

Een mens gaat op zomerweek om met hoop terug thuis te komen, zo blijkt. Marleen las op haar verjaardag een gedicht van Havel voor, waarvan volgende zin me bijbleef: ‘Hoop is een kwaliteit van de ziel en hangt niet af van wat er in de wereld gebeurt’. De koekjes van hoop waarmee ze trakteerde waren snel op.

 

Door de ogen van een tienjarige

Voor de kinderen was het allesbehalve een stille week. Ik laat mijn dochter aan het woord:

“Deze zomerweek was anders dan alle andere vakanties. Ik was vrijer door de aanwezigheid van andere kinderen. Meestal lees ik heel veel op vakantie omdat ik niets anders te doen heb. Deze keer niet, ik speel hier veel meer (dat is een voordeel).

De kinderopvang was echt super! Caroline en Valerie waren heel vriendelijk. Ik ben gestopt met de Chiro omdat daar alleen maar spelletjes waren. Hier was het knutselen: bootjes, dammen, kampen, takken versieren, stenen versieren, een blotevoetenpad maken. Echt alles was leuk.

Het eten was ook lekker. Soms wat lekkerder dan andere momenten, maar het was lekker. Het was ook lief van Tine dat ze soms een schotel apart hield voor de kinderen.

Alle mensen waren lief. De bonte avond was goed georganiseerd. Wat wil je nog meer?

Helena”

Daar voeg ik graag aan toe dat de zomerweek in zijn geheel goed georganiseerd was. Dank u Karen, Steven, Niki, Jeanneke, Werner en Jelle.

 

Dierenrechten

In het midden van de week was het tijd om onze aandacht te verschuiven: van de planten naar de dieren. Onze eerste verkenning van de dierenwereld was een voormiddag met de twee sprekers, Ullrich Melle en Ton Lemaire, samen. Voor dierenrechten wordt al gestreden sinds de jaren ’60, de beginperiode van de ecologische beweging, legde Ullrich uit. We bekeken de posities van Peter Singer, auteur van ‘Animal Liberation’ (1975) en van Tom Regan, auteur van ‘The Case for Animal Rights’ (1983). Singer is een utilitarist. Hij vindt dierenwelzijn belangrijk, maar laat gebruik en verbruik van dieren wel toe, zij het onder strenge voorwaarden.

Regan is principiëler. Hij wil dieren rechten toekennen en pleit voor een compleet verbod op gebruik en verbruik van dieren. Hij trekt die lijn ver door en pleit voor abolitionisme: alle gedomesticeerde dieren laten uitsterven. Gedaan met veeteelt, gedaan met gezelschapsdieren. Ik had de indruk dat er niet veel draagvlak was voor deze radicale positie bij de Aardewerkers, ofwel was iedereen te verrast. We zijn die dieren zo gewoon ondertussen, dat we ze moeilijk kunnen wegdenken. Veel dieren zijn door 10.000 jaar domesticatie ook zodanig genetisch veranderd, dat vrijlaten in de natuur geen optie is. Aanvullend op Singer en Regan bekeken we onder andere de feministische dierenethiek, die ruimte laat voor een meer emotionele benadering.

Welke richting gaan we uit? De consensus groeit: enkel een welzijnsethiek is onvoldoende. De geesten evolueren in de radicale richting, ingegeven door de enorme innerlijke rijkdom en de complexiteit van het dierenleven.

Het is cruciaal om de dimensie van onze menselijke activiteit te zien, zeggen Ullrich en Ton. Omwille van ons zelfbehoud instrumentaliseren wij de dieren- en plantenwereld. We gaan te ver. De voedselketen is geen vrijbrief om te vernietigen.

Dit lokte een interessante gedachtewisseling uit. Als we het planten- en dierenleven meer gaan waarderen, wat doen we dan met invasieve exoten en met plaaginsecten? En dieren onderling gaan toch ook niet bepaald zachtaardig met elkaar om? Wat met de voedselketen? Het is cruciaal om de dimensie van onze menselijke activiteit te zien, zeggen Ullrich en Ton. Omwille van ons zelfbehoud instrumentaliseren wij de dieren- en plantenwereld. We gaan te ver. De voedselketen is geen vrijbrief om te vernietigen. Dat er altijd een spanning zal zijn tussen ecologie en ethiek moeten we aanvaarden, zegt Ullrich. Een leedvrije wereld bestaat niet. We kunnen ethiek en ecologie niet in hun algemeenheid verzoenen. Je kunt van een wezen houden en het toch doden.

 

Dieren werden lange tijd serieus genomen

De volgende twee voormiddagen – de laatste lezingen – bekeken we de dierenwereld vanuit een breder perspectief, samen met Ton Lemaire, antropoloog en filosoof, en schrijver van het boek ‘Onder dieren – Voor een diervriendelijker wereld’ uit 2017. Ton leeft afgelegen in Frankrijk en houdt daar een hond, kippen en bijen. In de abolitionistische visie kan hij zich dus niet vinden. De geschiedenis van 10.000 jaar domesticatie wil hij niet tenietdoen. Integendeel, dieren brengen rijkdom in ons leven, zegt Ton.

Opnieuw maken we een reis door de tijd, naar pakweg 20.000 jaar geleden. Toen maakten jager-verzamelaars in grotten, zoals in Lascaux, indrukwekkende afbeeldingen, vooral van dieren. Dieren betekenden veel voor hen: ze waren een deel van hun voedsel en ze hadden een spirituele betekenis. De mensen waren toen nog in de minderheid in een wereld vol dieren. De jacht was emotioneel, wisselvallig en gevaarlijk. Eigenlijk was het een pre-wetenschappelijke dierenstudie, waarin ze zich voortdurend vergeleken met de dieren. Die omgang met dieren droeg bij aan de vroege ontwikkeling van ons menselijke bewustzijn. Ook later, bij de Grieken en de Romeinen, speelden dieren nog steeds een grote rol: mensen brachten dierenoffers, ze deden aan vogelwichelarij. We hebben dieren dus tijdens een groot deel van onze geschiedenis serieus genomen, ook in spirituele zin.

Hoe we ons gedragen tegenover dieren kwam onder hoogspanning te staan sinds Darwin met zijn evolutietheorie wees op de eenheid van alle leven. We weten het nu: we zijn een geëvolueerde primaat en geen gevallen engel.

Het was het jodendom dat brak met elke verering van het dier. De joodse godsdienst introduceerde het monotheïsme en het antropocentrisme. Hun God stond – als eerste – buiten de natuur en in de wereld zelf was er niets meer heilig. Jahweh schiep de mens naar zijn gelijkenis, en die mens moest heersen over de dieren. De joodse godsdienst was de eerste waarin de mens volstrekt centraal kwam te staan. Toen werd de mens ‘het dier dat geen dier meer wilde zijn’. Ons neerkijken op dieren is geworteld in de joods-christelijke traditie.

 

Het dierenproletariaat

‘Heersen over de dieren’ doen we ondertussen op industriële schaal. Miljarden koeien, kippen, varkens, geiten en andere dieren worden in kleine ruimtes opgesloten, geïnstrumentaliseerd als anonieme massa, verdingelijkt. Het is het ‘dierenproletariaat’, dat we uitbuiten met oog op maximale winst. Een normaal sociaal leven gunnen we hen niet, hun treurige bestaan eindigt in het abattoir. Het is een schandvlek in onze maatschappij, waarover we liever niet te veel weten. Steek het weg achter de coulissen, we verbloemen het wel met beelden van blije varkentjes.

Maar we instrumentaliseren niet alle dieren. Sommige dieren, zoals onze katten en honden, beschouwen we als gezinsleden. We vertroetelen en vermenselijken hen. Het is de elite onder de dieren. We geven hen het vlees van het dierenproletariaat te eten. Onze houding ten opzichte van dieren is dus dubbel, er treedt cognitieve dissonantie op.

Hoe we ons gedragen tegenover dieren kwam onder hoogspanning te staan sinds Darwin met zijn evolutietheorie wees op de eenheid van alle leven. We weten het nu: we zijn een geëvolueerde primaat en geen gevallen engel. De menselijke uitzonderingspositie staat op losse schroeven. Eigenlijk kunnen we spreken over ‘de mens en andere dieren’, al lukt dat mij vaak niet in deze tekst. We zijn het zo gewend om de mens als een aparte categorie te zien, een trapje hoger in de zijnshiërarchie dan de dieren.

Dat beeld wankelt, nu het wetenschappelijk onderzoek naar dieren op volle toeren draait. Studies van het gedrag van dieren in het wild tonen keer op keer aan hoe complex het dierenleven is. Veel dieren hebben op zijn minst een aanzet tot empathie. De grens tussen mens en dier valt steeds moeilijker te trekken. De vraag wordt zo stilaan: zijn wij wel slim genoeg om te begrijpen hoe slim de andere dieren zijn?

Eigenlijk zijn wij, mensen, biologisch gezien gebrekkige wezens. We hebben veel zwakke kanten, we zijn instinct-arm. We zijn het niet-vastgestelde dier, veelzijdig, open en flexibel. Van die biologische zwakte hebben we onze sterkste troef gemaakt, zegt Ton. Doordat we onszelf voortdurend moesten uitvinden, hebben we cultuur ontwikkeld: werktuigen, taal, instituties.

 

Diervriendelijker

Sinds de publicatie van ‘Animal Liberation’ van Peter Singer, waar we het eerder tijdens deze zomerweek al over hadden, is de dierenrevolutie niet meer te stoppen. Onze kijk op dieren evolueert. In onze omgang met dieren zijn er tendenzen ten goede, maar het gaat langzaam. De weerstand is enorm, door de grote economische belangen en door de botsing met het eeuwenoude mensbeeld dat ons toeliet om dieren uit te buiten. Dierentuinen, stierenvechterij, dierproeven, recreatieve jacht: het zijn activiteiten die meer en meer worden gereguleerd, ingeperkt of die op zijn minst tegenwind ondervinden.

Ton Lemaire pleit voor landbouw en veeteelt op een totaal andere basis. Hij stelt voor om de traditionele landbouw en veeteelt te rehabiliteren. Niet omdat alles vroeger idyllisch was, maar de omgang met dieren was toen wel diervriendelijker dan nu. Opnieuw decentraliseren dus, bewust kiezen voor kleinschaligheid. Ton pleit niet voor veganisme of abolitionisme, wel voor vreedzaam en zorgzaam omgaan met dieren. Zelf oogst hij van de honing in zijn bijenkasten enkel het surplus, dat wat de bijen meer verzamelen dan ze nodig hebben. En zijn hond krijgt een klein stuk vlees, al eet Ton dat zelf bewust niet.

Er bestaat een ideaalbeeld van de ‘nobele wilde’, de ecologisch wijze jager-verzamelaar die in evenwicht leefde met zijn omgeving, een beeld waar sommigen graag naar teruggrijpen. Heeft die nobele wilde ooit bestaan of is het een mythe? Er zijn vraagtekens bij te plaatsen. In ieder geval zijn onze aantallen te groot om op die manier te gaan leven. We moeten wel verder met landbouw en veelteelt. Toch kunnen we iets leren van de jager-verzamelaars: ze inspireren ons om de eenvoud van het leven te waarderen en om ons betrokken te voelen bij de natuur.

Ton Lemaire pleit voor een verruiming van het humanisme: niet om de mens omlaag te trappen, wel om het dier beter te behandelen. Laat ons de dieren opnemen in onze morele kring, stelt hij voor. Humanimalisme, noemt hij dat.

Hoe zien we onze omgang met dieren in de toekomst? Lang geleden omvatte onze kring van morele betrokkenheid enkel onze eigen groep. Ondertussen hebben we hem uitgebreid tot de hele mensheid. Iedereen is onze naaste en de rechten van de mens zijn ons referentiekader. Maar de dieren? Die vallen erbuiten. Het humanisme stelt de mens centraal. Ton Lemaire pleit voor een verruiming van het humanisme: niet om de mens omlaag te trappen, wel om het dier beter te behandelen. Laat ons de dieren opnemen in onze morele kring, stelt hij voor. Humanimalisme, noemt hij dat, al geeft hij toe dat het woord een tongbreker is.

Het humanimalisme introduceren als nieuwe ethiek voor het antropoceen is in het belang van de dieren én van onszelf. We zijn erbij gebaat dat we onszelf beperken. Als we onze planeet verstandig willen beheren, doen we er goed aan om een kosmisch besef, een diepgaand gevoel van verbondenheid met alles, te ontwikkelen.

 

Bevreemdend

Terug thuis keek ik met andere ogen naar de eentonige maisvelden, de jonge koeien in de wei (melkmachines in spe), de velden met besproeide snijbloemen, de aangelegde tuinen, de vele verharding. Er zijn nauwelijks vierkante meters die niet door de mens worden aangeraakt. Heel het ons omringende landschap reflecteert onze verhouding tot dieren en planten, die gebaseerd is op uitbuiting. Het landschap voelde bevreemdender aan dan ooit.

Het ons omringende landschap reflecteert onze verhouding tot dieren en planten, die gebaseerd is op uitbuiting. Het landschap voelde bevreemdender aan dan ooit.

Dit is niet de manier waarop we verder kunnen. De zomerweek gaf me het gevoel dat er dingen aan het schuiven zijn gegaan, ook al waren we er maar met een zestigtal Aardewerkers. De nieuwe inzichten zullen geïntegreerd raken in ons handelen, al zal het zijn tijd vragen. Gelukkig stond het ‘onkruid’ in mijn tuin nog even hoog.

An Van Damme

Verschenen in de herfstnieuwsbrief 2019 van Aardewerk.
Meer over Aardewerk: www.aardewerk.be.

Investeer je mee in ons eerste project? Infoavonden in Bonheiden en Rijmenam

Investeer je mee in ons eerste project? Infoavonden in Bonheiden en Rijmenam

Groot nieuws: onze burgercoöperatie Klimaan cvso legt binnenkort zonnepanelen op de daken van het gemeentehuis en de bibliotheek van Bonheiden. We doen dit samen met onze vrienden van burgercoöperatie ZuidrAnt cvba-so. We kregen daarvoor het vertrouwen van het Bonheidense gemeentebestuur. Zo zetten we, burgers en gemeente samen, een stap naar meer hernieuwbare energie in Bonheiden.

We zijn een burgercoöperatie, dus we hebben burgers nodig om dit project tot een goed einde te brengen. Inwoners van Bonheiden en Rijmenam kunnen mee de zonnepanelen financieren door aandeelhouder van Klimaan cvso (cv = coöperatieve vennootschap) te worden. Dat kan al vanaf 100 euro. Zo word je mede-eigenaar van de installatie en deel je op termijn mee in de winst.

Klimaan cvso en ZuidrAnt cvba-so zullen de zonnepanelen installeren, onderhouden en opvolgen. De elektriciteit die ze opwekken krijgt de gemeente Bonheiden aan een voordelig tarief.

Hoe dit in zijn werk gaat, legden we jullie uit op 2 infodagen in september te Bonheiden en Rijmenam.

Overtuigd van ons verhaal? Koop dan hier een aandeel!

Klimaan in de Klimaatraad van Canvas

Klimaan in de Klimaatraad van Canvas

Canvas laat doeners en denkers uit alle domeinen van de maatschappij aan het woord in de Klimaatraad. Ook Klimaan werd uitgenodigd. Daar zijn wij heel blij mee. Ontdek wat Elise te vertellen heeft over onze burgerbeweging op Facebook (4 minuten).