De Klimaankoffer

De Klimaankoffer

De Klimaankoffer 

 

 Wil je stappen zetten om energie te besparen in je woning, school of bedrijf? Precies daarvoor ontwikkelde Klimaan de Klimaankoffer, een handige meetkoffer! Met deze koffer kan je aan de slag om het verbruik van verschillende toestellen in kaart te brengen en zo op een slimme manier verbeteringen aan te brengen. 

Wat zit er in de koffer?

In de Klimaankoffer verzamelen we een aantal sensoren waarmee je thuis aan de slag kan. Het gaat om een energiemeter, een lichtsensor, een luchtkwaliteitsmeter, een infraroodthermometer en een douchewekker. Bij elke sensor zit een korte handleiding met invulbladen om je vlot op weg te helpen bij het aflezen en interpreteren van je gebruik. De Klimaankoffer bevat naast de “quick guides” ook een uitgebreide handleiding waarin je alles kan lezen over de sensoren en hun meetwaarden, maar ook over de interpretatie en gepaste maatregelen. Daarnaast vind je in de koffer het boekje “Groen leven”, met tips & tricks om je energieverbruik te verlagen, en een handige sleutel om de radiator te ontluchten.

 Wat met de meer gespecialiseerde vragen? Naast de twee Klimaankoffers heeft Klimaan ook een hoogwaardige warmtecamera, een Flukso verbruiksmonitor en Netatmo Slim weerstation en CO2 meter – die laatste twee te leen via de Stad Mechelen. 

Met de beelden van de warmtecamera is het mogelijk om warmteverliezen van de woning in kaart te brengen. De interpretatie van deze beelden vergt de nodige expertise en de warmtecamera wordt om die reden niet uitgeleend aan particulieren. Wél kan je de camera gebruiken onder begeleiding van Klimaan, want twee van onze Klimaanvrijwilligers volgden een speciale opleiding om met de warmtecamera te werken! 

Interesse om de Klimaankoffer uit te lenen?

Daarvoor kan je terecht bij de Klusbib van Mechelen, de betaalbare en ecologische bibliotheek voor werktuigen in Mechelen! Klimaan heeft voor haar leden een lidmaatschap bij de Klusbib. Daarmee kunnen telkens 10 leden per jaar gratis materiaal uitlenen.

Nog geen lid bij de Klusbib? Een lidmaatschap van de Klusbib kost 30 EUR voor het eerste jaar, 25 EUR voor de daaropvolgende jaren. Er is ook een sociaal tarief beschikbaar voor wie minder geld te besteden heeft. 

Interesse om de warmtecamera of andere gespecialiseerde sensoren uit te lenen? Andere vragen over de Klimaankoffer? Neem contact met ons op via info@klimaan.be of vul het contactformulier in

Zit je vast met één van de toestellen?

Geen nood, de uitgebreide handleiding kan je ook hier vinden

Neem ook eens een kijkje bij de Energiehelden van Klimaan! Daar vind je meerdere tips om je verbruik nog beter in kaart te brengen en systematisch te verminderen. 

Gerealiseerd met de steun van Koning Boudewijn Stichting en CORE

King Baudouin Foundation logo  CORE

 

 

Verplaatsbare Energie

Verplaatsbare Energie

Verplaatsbare hernieuwbare energie

Het doel was om met burgerkapitaal te investeren in een tijdelijke zonne-energie installatie en deze nadien elders een tweede leven te geven.  Verschillende pogingen zijn ondernomen, maar een investering heeft nog niet plaatsgevonden:

Evolutie van aanpak:

  • Met ingenieursbureau Efika hebben we mogelijke investeringen laten uittekenen, specifiek voor de Oude Bib en de voormalige Brandweerkazerne. Na de studie was het verleende advies dat rond ruimteverwarming en sanitair warm water er weinig kon gebeuren wegens de mogelijke schade bij het aanpassen van de basisinstellingen van de verouderde verwarmingsinstallatie (wat dan een juridische verantwoordelijkheid van het MechCiCo-project zou worden). T.a.v. elektriciteit zouden nieuwe of tweedehands zonnepanelen gelegd kunnen worden, maar dan zou eerst een stabiliteitsstudie nodig zijn. Het zijn net de kosten gerelateerd aan de keuring- en stabiliteitsstudie alsook de arbeidskost bij een installatie en demontage die terugkomen bij iedere nieuwe locatie. Je kan deze recurrente kosten m.a.w. niet ‘meenemen’, waarvoor een minimale gebruikstijd nodig is om de installatie op één locatie financieerbaar te maken alvorens de installatie naar een andere locatie kan gaan. Dergelijkse kosten zijn dus onmogelijk ‘circulair’ te krijgen.
  • Via brainstormsessies werd een alternatief gezocht met meer mobiele installaties (vb. op een aanhangwagen of op fietsstallingen, en dus los van het gebouw. Documentatie en voorbeelden werden verzameld en afwegingen bekeken, maar vooral wegens onvoldoende mogelijkheden naar overdekte fietsenstallingen werd hier niet voor geopteerd.
  • Tenslotte was er de bottleneck rond het tweedehands handsgebruik van zonnepanelen nadien, aangezien deze vaak in verhouding te duur zijn t.o.v. nieuwe performantere panelen. Er is tot op heden nog geen uitgebreide tweedehandsmarkt voor zonnepanelen. Klimaan heeft dan aan een Helpathon deelgenomen om de circulariteitsuitdagingen van zonnepanelen beter in kaart te brengen en hieruit te leren.
  • Tenslotte is er bij verhuis van zonnepanelen de kost van afbraak en heropbouw, waarvoor een minimale stand-tijd nodig is. Klimaan heeft vervolgens een rekenmodel ontwikkeld om deze te kunnen berekenen, waarbij we uitkwamen dat in het meest gunstige geval toch 4 jaren zonder verhuis nodig zijn, en we binnen MEchCiCo die tijdshorizon niet hadden voordat de gebouwen afgebroken zouden worden.

Er zijn dus geen investeringsrealisaties gebeurt, maar er zijn heel wat leerlessen komende van de Efika-studie, de zonnepanelen op fietsenstalling studies, de Helpathon rond tweedehandsmarkt van zonnepanelen en het uitgewerkte rekenmodel om de minimale duurtijd van 1 standplaats voor rondreizende zonnepanelen te bepalen.

Op de foto hiernaast zijn we het Excelmodel aan het overlopen tussen Klimaan en Mest vzw.

Leerlessen

Rond verwarming

  • Door de studie van Efika werd duidelijk hoe snel je aansprakelijk wordt als er iets aan het verwarmingssysteem gewijzigd wordt. Arbeidsrecht komt in de picture en er zijn risico’s die een burgerbeweging niet kan nemen, en zich niet gemakkelijk tegen kan verzekeren. 
  • Meer tastbare voorbeelden zijn nodig om de mogelijkheden van circulaire installaties bij tijdelijk gebruik van panden te onderzoeken.

Rond zonnepanelen op fietsenstallingen 

  • Er was te weinig vraag om alle energie die opgewekt kan worden door zonnepanelen te gebruiken voor bijvoorbeeld deel- en bakfietsbatterijen op te laden. Indien de opgewekte energie binnen het gebouw (tijdelijk) benut wordt, komt er een additionele kost voor de keuring van de aansluiting bij.  Een haalbaar financieel alternatief is dan het installeren van gemakkelijk verplaatsbare fietsenstallingen op privéterrein die geen rechtstreekse aansluiting op het elektriciteitsnet behoeven.
  • Naast de investering van de zonnepanelen, moet er ook iemand investeren in degelijke overdekte fietsenstallingen. De stad Mechelen geeft bijvoorbeeld voorkeur aan niet overdekte fietsenstallingen die het straatbeeld niet in gedrang brengen. Een andere investeerder in overdekte fietsstalling werd (nog) niet gevonden.  Mocht die wel het geval zijn, dan zou het budget van groene energie best gescheiden zijn van het budget voor het aanbieden van fietsenstalling.  
  • De perfecte opstelling is ook niet altijd evident met schaduwvlakken in de dichtbebouwde stadsdelen of hinder door reflectie van de zon op laaggeplaatste zonnepanelen.
  • ZuidtrAnt, een bevriende energiecoöperatie, heeft wel een business-model uitgewerkt met een box voor een deelbakfiets die opgeladen wordt via zonne-energie.

Rond hergebruik en recyclage van zonnepanelen

  • Er is vooral aandacht nodig om bij productie reeds beter ontmantelbare zonnepanelen te ontwikkelen. Als fabrikanten een terugname- en grondstofrecuperatieplicht zouden hebben, dan zouden er misschien meer duurzame circulaire zonnepanelen op de markt komen.
  • Vooral de EVA-coating op zonnepanelen maken dat bepaalde aardmetalen moeilijk recycleerbaar zijn en een afvalberg aan zonnepanelen dreigen te creëren. Naast de robuustheid en energieprestatie van zonnepanelen, zou tijdens het ontwikkelen van nieuwe panelen ook onderhoud en herstellingen in rekening gebracht moeten worden; met als doel de levensduur van het gehele foto-volaïsche systeem te verlengen. 
  • Momenteel is de uitdaging om nog goed functionerende panelen niet te laten afdanken, maar zo lang mogelijk in gebruik te houden, ook al kan op een gegeven oppervlakte meer rendement met nieuwe panelen bekomen worden .
  • Zonnepanelen van een zekere leeftijd een nieuw leven geven is moeilijk, omdat bij een nieuwe aankoop al snel de betere investeringskost-elektriciteitsefficiëntie van nieuwere panelen gaat spelen. De nieuwe panelen zijn momenteel erg goedkoop omwille van “te goedkope grondstoffen” wat kan veranderen over tijd.  Het huidige tweedehandsaanbod is relatief gezien ‘te duur’ omwille van de moeilijke logistiek die gepaard gaat bij collectie, hoge re-distributiekosten en tussentijdse arbeidskosten bij hertesten/ hercertifiëren van de panelen.

Rond tijdelijke installatie van zonnepanelen op het dak

  • Vooral de arbeidskost bij installatie, ontmanteling en verhuis weegt door, waardoor korttijdig gebruik van zonnepanelen vaak geen interessante financiële optie is. Ook de inspanningen om een nieuwe geschikte locatie te vinden moeten meegenomen worden en het is niet altijd evident een locatie te hebben waar de investering in zonnepanelen in de toekomst vooraf met voldoende zekerheid kan geïdentificeerd worden. 
  • Vaak kon er wel uitgegaan worden van een groot aandeel ‘zelfverbruik’ – direct elektriciteitsgebruik die goede marges per kWh kan voorzien – als de installaties eerder klein zijn. Maar bij kleinere installaties wegen de logistieke kosten m.b.t. een verhuis naar een andere locatie meer door.

Met de steun van Vlaanderen Circulair

 

Regenwatertonnen

Regenwatertonnen

Regenwateropvang

Gebouwen zoals de oude bib – maar bij uitbreiding o-zo-veel publieke gebouwen – kennen grote dakoppervlakten. Regen vloeit via de regenpijp meteen in de riool. We willen echter het regenwater ook zo veel als mogelijk  opnieuw gebruiken. Opvang en hergebruik van regenwater maakt ons meer weerbaar tegen overstromingen, wanneer onze huidige infrastructuur het zwaar te verduren krijgt. Het zorgt er ook voor dat we minder kraantjeswater moeten gebruiken. Lyne en haar plantenzaak (KikT) hadden een grote watervraag. Daar lieten we ons eerste experiment op los…

De aanpak:

We plaatsten twee tweedehands cubitainers aan de vierkante regenpijp van de oude bib (achter de fietsenstalling). Eerst zijn we op het dak gaan kijken hoeveel water hier in afvloeit en hoeveel volume we dus konden opslagen. Indrukken van de ‘making off’: 

,Leerlessen

  • Plaatsen van cubitainers vertraagt de afvloeiing van regenwater naar rivieren bij intense buien, maar ondertussen moeten er ook voldoende gebruikers gevonden worden voor het water. In een vervolgproject zouden we graag ook de buurt meer willen betrekken. Bij de gebruikers van de oude bib was er voldoende vraag, maar bij de oude brandweerkazerne niet.
  • Tweedehands cubitainers zijn gemakkelijk en goedkoop te vinden, zo niet zijn er uiteraard andere duurdere regentonnen op de markt. Trias-ecologica-gewijs zochten we naar herbruikbare materialen. Na het plaatsen van de experimentele cubitainers heeft Klimaan twee opeenvolgende jaren een groepsaankoop voor regentonnen aangeboden, waarbij gerecycleerde tonnen werden aangeboden.  Hier was wel discussie over of gerecycleerd plastiek dat minder vorst en UV_stralingresistent is ook de duurzaamste oplossing is? Dit moet zichzelf nog uitwijzen…
  • Enkele handige harry’s hebben met een klokboor de vulautomaat aangesloten op de bestaande regenpijp. Een flexibele buis brengt het water tot in de cubitainer. Vervolgens is er een aansluiting gemaakt tussen de twee cubitainers zodat ze beiden gevuld kunnen worden.
  • Wat bleek? De onderste cubitainer was in de eerste weken slechts voor een bodempje gevuld. Bleek dat de regenpijpaansluiting aan het dak – verstopt onder grote tegels- een obstructie had (lees: vuiligheid die het doorlopen blokkeerde). Daarnaast sloot het rubbere deel in de regenpijp (gekoppeld aan de vulautomaat) niet goed af, waardoor het regenwater toch de ‘normale route’ naar het riool aflegde. Dat brengt ons bij het volgende punt.
  • Voor vierkante buizen (10×10 cm) is er momenteel geen geschikte vulautomaat op de markt. Bij de oude bib werd dit opgelost door zelf een soort vulautomaat in elkaar te knutselen. Eigen MacGyver-werk was nodig! Er een publiek goed van maken en heel de buurt hier mee van laten genieten wordt hierdoor bemoeilijkt.
  • Bij installatie werd na 1 dag het kraantje reeds gestolen. Nadien werd door enkele gebruikers een eigen kraan gebruikt die er telkens op- en afgezet kon worden. Dit hadden we niet zien aankomen.
  • Voor het aanbieden van ‘regenwater-as-a-service’ is voorlopig nog geen verdienmodel of businesscase mogelijk, omdat kraantjeswater relatief gezien te goedkoop is. Bij veralgemening kan vaak gesteld worden dat grondstoffen te goedkoop zijn, omdat vaak milieu en klimaatkosten niet mee in rekening gebracht zijn bij afnemers of gebruikers.
  • Regenwaterhergebruik is één zaak, het aanvullen van ons grondwaterpeil behoeft ook een trage insijpeling van het regenwater in de grond. Hier vonden we niet meteen een toepassing voor bij de tijdelijke gebouwen, maar starten we een nieuw project voor op: Klim(t) aan je gevel! waarbij we actief gaan ontharden.

 

Met de steun van Vlaanderen Circulair

 

Relighting CESCoop

Relighting CESCoop

Relighting door een CESCOOP

Een oud gebouw met zo’n gemengd gebruik… ja, daar blijft het licht wel eens branden. Daarnaast hebben we het hier over een voormalige bibliotheek waar dus overal zeer veel lampen en een sterke lichtintensiteit gewaarborgd was t.a.v. het leescomfort. We hadden dus snel een sterk vermoeden dat we hier een verbetering konden realiseren. Naast het fysiek aanpakken van de verlichting, hoopten we dat het MechCiCo-project  ook een sensibiliserend effect op de gebruikers zou kunnen hebben, zodat iedereen er mee voor zorgden dat er energie bespaard kon worden.

Op 27 januari 2021 wordt de eerste CESCoop-overeenkomst tussen Mest vzw, Klimaan vzw en CVSO een feit. Mest vzw wordt ontzorgd. Klimaan voorziet een energiebesparing via een relighting. De investering in aangebrachte herbruikbare verlichting, betaald met burgerkapitaal.

Een kopie van een dergelijke overeenkomst kan je verkrijgen door een mailtje naar info@klimaan.be te sturen.

 

De aanpak

  • Inventarisatie van bestaande verlichting en berekenen van het energie- en CO2eq-besparingspotentieel werd begeleid door onze partner Ecofocus.  Er was een rondgang van het gebouw in aanwezigheid van de vrijwilligers waarbij alle lichtpunten beschreven werden met hun vermogen (Wattage) en waarbij de gebruikers inschatten hoelang elke lamp gemiddeld per dag brandt om het geschatte verbruik ervan te bepalen. Daarnaast werd een voorstel gedaan om lampen te vervangen of af te schakelen.  De gebruikte methode voor deze planning noemt IPMVP, optie A.
  • Tijdens een 2-daags werkweekend hebben klimaners vervolgens lampen vervangen of afgeschakeld.
  • Een CesCoop-contract (Circular Economy Service door een Cooperatie) is opgemaakt met Mest vzw, waarbij de nieuwe lampen eigendom blijven van Klimaan CVSO, Klimaan verder de verlichting onderhoudt en Mest vzw als tegenprestatie de gerealiseerde vermindering op de elektriciteitsfactuur volgens de IPMVP-berekening uitbetaalt aan Klimaan CVSO. Hoewel kleinschalig, was deze innovatie baanbrekend, aangezien dit het eerste CesCoop-contract was dat in Vlaanderen gerealiseerd werd (combinatie circulair + coöperatief).
  • Resultaten werden tot slot gedeeld en besproken met de gebruikers van het gebouw: de Artenova-community.

Leerlessen

  • IPMVP als kader voor energiebesparing (Optie A) geeft een objectief, geverifieerde oplossing zonder dure monitoring.
  • Het relightingweekend was eerst ingeschat op 52 werkuren, maar na discussie was dit nog herwerkt tot een inschatting van 72 vrijwilligersuren. Tijdens het weekend zelf zijn in totaal 69 vrijwilligersuren gepresteerd door in totaal 13 Klimaners.  De totale tijdsinschatting inclusief de voorbereiding was 116 werkuren. Gezien op het moment van de relighting het gebouw nog maximaal 10 maanden gebruikt zou worden, zou dit met betalende arbeid niet break-even geweest zijn.  De uitvoering met vrijwilligers had wel een belangrijke bewustmakingsbijdrage en leidde tot verschillende artikels in de lokale pers. Dit is een pilootproject, maar indien Klimaan dergelijk traject naar andere gebouwen zou herhalen, zal er wel met betaalde werkkrachten gewerkt moeten worden. Dit beïnvloedt het break-even of rendabel karakter uiteraard. 
  • Door de coronasituatie was er minder sociale interactie mogelijk en waren er minder co-creatie en uitwisselingsmomenten met de gebruikers van het gebouw. Dat hadden we uiteraard initieel anders voorzien!
  • De afsluiting van een verzekering die ook vrijwilligerswerk binnen de bouw dekt zoals bij een relighting was moeilijk af te sluiten, omdat die buiten het voorziene standaardaanbod van verzekeringsmaatschappijen viel. Het was ook onzeker welke maatregelen allemaal geïmplementeerd gingen worden binnen MechCiCO. Het moest dus future-CESCoop-Proof zijn. Uiteindelijk is een (duurdere…)  verzekering gevonden, waarbij alle Klimaners verzekerd zijn voor schade aan derden.
  • De relighting heeft een maandelijkse energiebesparing opgebracht van 198,49 euro, waarvoor via de CESCoop-overeenkomst maandelijks 193,47 euro (zoals initieel berekend) aan Klimaan betaald werd. Het gaat om een dagelijkse vermindering van het elektriciteitsverbruik van 155 514 Wh/dag naar 93 952 Wh/dag, of een bezuiniging van 40% in het elektriciteitsverbruik nodig voor de verlichting. Het grote besparingspotentieel maakte een terugverdienmodel op korte termijn mogelijk.  Deze grote reductie kon bekomen worden door het vervangen van enkele grootverbruikers. Zo konden we bijvoorbeeld kwartslampen van 160 W vervangen door Ledlampen van 15 W.  Aangezien het om een oude bibliotheek ging, was er veel verlichting voorzien die niet allemaal nodig was en konden ook veel lampen afgeschakeld worden.  De brandweerkazerne had niet hetzelfde besparingspotentieel.  Anderen die hier ook mee aan de slag gaan bekijken dus zeker best in eerste instantie gebouwen met dergelijk verbruiksprofiel. 
  • We hadden ons miskeken op dubbele TL-lampen, waarbij we volgens planning per armatuur één van de twee lampen zouden uitdraaien. Doch de ballast  was voorzien voor beide lampen samen, zodat we afwisselend een armatuur hebben behouden en afgeschakeld telkens 2 lampen tezamen.  Waar dit niet mogelijk is, hebben we bedrading moeten aanpassen (aanzienlijk meer werk) om de lampen half te kunnen afschakelen.
  • In de navraag bij de gebruikers nadien, bleek dat deze nauwelijks iets gemerkt hadden of dat het verschil in aanwezige verlichting niet storend was. Aan comfort-inboeting was dus geen sprake. 
  • Mest vzw en Mechelen waren tevreden met de algemene ontzorging: kapotte lampen werden naar het containerpark gebracht en nog bruikbare lampen verder gestockeerd. Nadien werden nog een paar keer kleine herstellingen uitgevoerd door Klimaan cvso zodat de verlichting van de ruimtes gegarandeerd bleef.
  • Belangrijk is dat alle ruimtes toegankelijk moeten zijn tijdens de rondgang voor de voorbereidende planning als tijdens de relighting en de opvolging nadien. Enkele lokalen, die tijdens de voorbereidingsrondgang gesloten waren, waren dus niet vooraf in de IPMVP-planning opgenomen en nadien nog bij de re-lighting bijgevoegd.
  • Ontzorging via een CESCoop-contract is vooral interessant voor grote panden voor een langere duurtijd. Er is een aanzienlijke opstartinspanning (en kost) aan verbonden, zodat de tijdelijke invulling voor minstens 2 jaar moet zijn. Aangezien het ook om een nieuw type contract ging was er uitzonderlijk nog meer wisselwerking en voorafgaandelijk overleg nodig.
  • Er moet enige flexibiliteit zijn in het contract om kleine aanpassingen t.o.v. de initiële inschattingen te ondervangen. In onze case was dat bv. door de ontdubbeling van de TLs die technisch niet mogelijk bleek. Werken met een raamovereenkomst waar dat nadien een addendum aan kan toegevoegd worden, lijkt ons een goede aanpak.
  • Om de gebruikers ook te motiveren tot vermindering van verbruik moet er een incentive zijn waarbij een deel van de besparing ook naar hen vloeit. Nu hadden zij een vaste all-in huur en werd de besparing van de relighting ten voordele van Klimaan cvso gecontractualiseerd. De uitdaging was de moeilijkheid om te submonitoren of om een andere objectieve baseline en besparing vast te kunnen leggen naar de individuele gebruikers toe. 

Met de steun van Vlaanderen Circulair

 

Herbruikinventaris

Herbruikinventaris

De Herbruikinventaris

Aangezien we geleerd hadden dat de klimaatimpact van gebouwen voor het grootste gedeelte bij de productie van materialen en de afbraak er van zit, konden we niet alleen naar energie- en waterbesparing kijken, maar moeten we ook oog hebben voor maximaal hergebruik van reeds geproduceerde materialen. 

De handen werden in elkaar geslagen met een ander project van Mechelen, namelijk “Mechelen als Circulair Bouwheer” om na te gaan hoe aanwezige materialen ook bij de afbraak en renovatie een duurzaam verder leven kunnen hebben. Binnen MechCiCo werd met vrijwilligers van Klimaan, onder deskundige begeleiding van de circulaire bouwheer van Mechelen een weekend georganiseerd waarbij alle demonteerbare goederen in het gebouw in kaart gebracht werden en waarbij een catalogus-systeem voor de verdere verspreiding van die materialen uitgewerkt is.  

Voor de opmaak van het inventaris hebben we gebruik gemaakt van het vademecum dat uitgewerkt is door RotorDC, maar waarvan MechCiCo één van de eerste gebruikers was.  We hebben dus onze leerlessen ook kunnen terugkoppelen naar RotorDC, die op basis hiervan ook een verbeterde versie van hun vademecum heeft kunnen uitbrengen.

Aanpak

  • Opmaak business model
  • Bestuderen van vademecum Rotor DC als basis
  • Algemene rondgang in het gebouw voor eerder vluchtige identificatie materialen
  • Afspraak met aannemer/sloper: opdeling vaste bouwstoffen te recycleren door aannemer bij gescheiden sloop, en demonteerbare materialen inventaris met Klimaan binnen Mechcico-project. Uit het sloopinventaris werd ook al de asbestwaarschuwing gehaald .
  • Mechelen als Circulair Bouwheer heeft tabellen en basispresentatie uitgewerkt voor te inventariseren delen.
  • Organisatie herbruikinventarisweekend van 1.5 dag met in totaal 17 vrijwilligers – vrijwilligers nemen foto’s en opmetingen van alle aangeduide materialen. De vrijwilligers uploaden hun foto’s op een vooraf aangeduide plaats in de GoogleDrive van Klimaan. De data verzameld per materiaal waren: hoeveelheid, afmetingen, status van ev schade of noodzakelijke reiniging, specifieke waarde of andere kenmerken.
  • De circulaire bouwheer voegt de foto’s en beschrijvingen in een digitale excel-overzicht.
  • Ontwikkelen automatisering van materialenfiches voor organisatie verder gebruik.
  • Ontmanteling van verkochte onderdelen voor de sloop.

 

Leerlessen

  • Vlot verloop om vrijwilligers hun beschikbaarheid te laten aangeven in een Doodle, die nadien ook gemakkelijk kon dienen om de vrijwilligersverzekering aan te vragen.
  • Praktisch was er voldoende materiaal voor de werkzaamheden met enkele ladders, meters, zaklampen en enkele schroevendraaiers. De aanwezigheid van schrijfborden en enkele extra pennen waren handig.
  • De vrijwilligers hadden voldoende eigen materiaal bij om foto’s te nemen en er was een handige fiche met aandachtspunten rond het nemen van foto’s. Digitale foto’s die in een icloud-folder terecht kwamen, werden soms in onvoldoende kwaliteit naar de Google Drive gekopieerd.  Foto’s verzamelen in de Google Drive was handig, al moesten sommigen aangemaand worden hun foto’s binnen te leveren.  Voor de geautomatiseerde verwerking nadien moest de benaming van alle foto’s aangepast worden, maar dit was vlotter dan wanneer iedereen zelf eerst foto’s correct zou benoemen en wellicht langer op toelevering foto’s gewacht moet worden.
  • Het event was succesvol, omdat er beroep gedaan werd op vrijwilligers (ong. 100 vrijwilligersuren + voorbereiding en naverwerking) Mocht dit een commerciële partner zijn, dan zouden de kosten opgelopen zijn tot wellicht 5 000 à 10 000 om het inventaris op te maken, wat misschien niet in verhouding is tot de extra verkoopsopbrengsten die met het project bereikt worden.  Dit is wel onder de huidige marktsituatie met nog sterk ondergewaarde prijzen voor recuperatiematerialen. Met de toenemende grondstoffenschaarste en stijgende transportkosten, kan dit in de toekomst mogelijk wel een rendabele activiteit worden.  We begrijpen ook dat andere initiatieven momenteel veel kieskeuriger zijn welke materialen ze nog opnemen in dergelijke inventarissen (meestal meubels en delen met retro- of historische waarde zoals toegepast door RotorDC bijvoorbeeld).
  • Tijdens het inventariseren werden vooraf afgesproken materialen referentienummers niet aangehouden, en eerder chronologische nummers gebruikt in de volgorde dat de materialen werden tegengekomen.  Verwijzen naar gelijkaardige materialen in andere ruimtes door naar die nummers te verwijzen was handig.
  • Het werken in teams van 2 personen was ideaal. Een persoon kon nota nemen terwijl de andere personen kon opmeten en foto’s nemen. Per team werd rond een specifiek materialensoort gewerkt doorheen het hele gebouw. Deze werkwijze verliep vlot.
  • Aangezien de vrijwilligers geen materialenexperts waren, werden soms relatief veel afmetingen opgemeten om een materiaal te benoemen. Een professional zou hier met een aantal doelgerichte opmetingen sneller kunnen opschieten.
  • Een eenvormig systeem om ruimtes of plaatsen in het gebouw te benoemen zou een meerwaarde geweest zijn. Nu werden verschillende ruimtes vaak verschillend benoemd.
  • De spanningsboog bij vrijwilligers is vaak kort, maar een oproep voor een korte concrete activiteit werkte goed om éénmalig vrijwilligers te mobiliseren, ook al was het de drukke eindejaarsperiode vlak voor het bouwverlof en bij de afsluiting van het schooljaar.
  • Materialen verliezen soms hun waarde door veranderende normen, wetgeving of inzichten, bijvoorbeeld: de borstwering aan de trappen was nog van lagere hoogte, en er zijn extra aanpassingen nodig om die te kunnen aanpassen aan de nieuwere reguliere hoogtevoorschriften voor publieke gebouwen. Gietijzeren radiatoren kunnen beter herbruikt worden dan plaatradiatoren omdat de toekomst meer aan lage-temperatuurverwarming zal zijn waarvoor plaatradiatoren minder goed aangepast zijn. Voor branddeuren zijn de beproevingsmethoden aangepast aan Europese richtlijnen, waarbij de keuring vanaf 2023 anders zal zijn en de huidige deuren niet meer bruikbaar zullen zijn als compartimentsdeur, enz.  Een beleidsaanbeveling kan zijn, dat aanpassing normering aan voortschrijdende innovatie afgewogen moet worden t.o.v. het belang van circulair gebruik.
  • Vooraf alle sleutels voorzien is eveneens belangrijk. 2 lokalen konden niet geïnventariseerd worden, omdat we de sleutels van de gebruikers niet gekregen hadden wegens afwezigheid van de gebruiker en deze niet voldoende vertrouwen had uit angst voor diefstal tijdens de inventarisoefening.
  • De korte inleiding met ppt-projectie was goed om kort te sensibiliseren rond belang circulariteit en praktische afspraken te maken. Tussen 30 en 60 minuten moet daarvoor voorzien worden, zeker als er nog enkele vragen zijn of het gesprek even afdrijft waarvoor dan best ruimte moet zijn.  (duurde wat langer dan we vooraf hadden voorzien, maar was flexibel opgevangen).
  • De opmaak van het materialen paspoort dat nu tijdens de hebruikinventarisactiviteiten gebeurt zou systematisch in gebouwen aanwezig kunnen zijn (met meer referentie nog naar aankoopdocumenten en origine die nu verloren gegaan waren). De selectieve inventarisatie en sloop zou systematisch onderdeel van sloopactiviteit van slopers kunnen worden.
  • Door een uitwisseling van leerlessen met RotorDC hebben we geleerd dat de overzichtstabel niet effectief is om nadien de materialen terug in omloop te brengen, een filtersysteem en presentatie met fiches per materiaal is hiervoor nodig. Binnen MechCico hebben we dan via een eenvoudige excel-automatisatie een kleine app kunnen ontwikkelen om deze fiches automatisch uit de overzichtstabel te kunnen trekken.
  • Door samenwerking met RotorDC en het project “Mechelen als Circulair bouwheer” hebben we meer kunnen bereiken dan enkel binnen MechCiCo mogelijk geweest zou zijn.
  • Materialen zouden ook benoemd kunnen worden via sf/B code, compatibel met BIM.
  • Er is uitwisseling mogelijk met andere circulaire bouwinitiatieven, o.a. bij bureau bouwtechniek, https://b-b.be/nl/portfolio/#selection

Met de steun van Vlaanderen Circulair