Hoe kan een organisatie het enthousiasme van zo veel mogelijk mensen omzetten in actie? Een bouwsteen die onze burgerbeweging daarbij hielp is het Sociocratie 3.0-patroon ‘kring van afgevaardigden’. Laat je inspireren door het verhaal van Klimaan, en ontdek hoe een doordachte organisatiestructuur helpt om de energie van mensen in beweging te houden.
Toen Klimaan onder impuls van een viertal enthousiastelingen van start ging in januari 2018 was het doelwit helder. Klimaan zou in Mechelen een energiecoöperatie oprichten, om de omschakeling naar hernieuwbare energie te versnellen: een zogenaamde REScoop, een Renewable Energy Sources cooperative, waarin burgers mee kunnen investeren en waarin ze ook inspraak hebben. In ijltempo werd Klimaan vzw (een vereniging zonder winstoogmerk) opgericht, als voorloper van de later op te richten coöperatie. Er kwam een logo en een huisstijl, en een eerste project ging van start: een groepsaankoop voor ledlampen.
Hoe meer activiteiten er ontplooid werden, hoe meer nieuwe gezichten zich aanmeldden. Het waren mensen met uiteenlopende achtergronden, allemaal gedreven om als burger bij te dragen aan een duurzame samenleving. De vraag kwam op: kan iedereen zijn ei voldoende kwijt in het idee van de energiecoöperatie? Het was nodig om eens stil te staan bij ieders ‘waarom’.
Een paar herbronningsavonden volgden, en in de herfst van 2018 nam Klimaan nieuwe thema’s op in haar werking, als aanvulling op het thema energie waarmee alles begon. Met een knipoog naar de vier elementen waren dat: grond, water en lucht. Want ook daarmee moeten we toekomstgericht omgaan, beseften veel Klimaners. De nieuwe thema’s mocht je breed bekijken. Ook projecten rond voedsel, mobiliteit en materialen vonden er een plaatsje onder. En nog zoveel meer.
We creëerden samen ook een ‘Klimaankompas’ met vier principes die beschreven waaraan een Klimaan-initiatief moest voldoen. Die waren:
een Klimaan-initiatief respecteert de draagkracht van de aarde,
het geeft energie door samen zinvolle dingen te doen,
het kijkt naar het totaalplaatje,
het mobiliseert burgers om een lokale duurzame samenleving te creëren.
Boodschap aan alle leden was: wil je een nieuw initiatief opstarten? Dat kan, als het in lijn is met onze vier principes. Klimaan was daarmee helemaal klaar om als brede burgerbeweging in Mechelen en omstreken een actieve en verbindende rol te spelen. Samen bouwen aan een wereld waarin mensen zorgzaam omgaan met grond, materialen, lucht, energie en water (die we ook wel de ‘commons’ noemden) was het doel. De sociale reflex was er steeds: iedereen, ongeacht achtergrond, opleidingsniveau of financiële situatie, moest meekunnen in het Klimaan-verhaal.
Werkgroepen naar believen
De herbronningsoefening bracht helderheid over wat we samen wilden doen. Voor elk van de vier thema’s kwam er een werkgroep: Werkgroep Energie, Werkgroep Water, Werkgroep Lucht en Werkgroep Grond(stoffen). De nieuwe structuur creëerde ruimte om breed te werken. Elke Klimaner vond makkelijk een project waaraan hij of zij graag wilde bijdragen, en de impact van Klimaan werd er groter door.
Het bleef niet bij thematische werkgroepen. Ook ondersteunende werkgroepen, zoals Werkgroep Communicatie, Werkgroep Samenwerking en Werkgroep IT, en lokale groepen, geworteld in de gemeenten rond de stad Mechelen, zagen het levenslicht. Maandelijks was er de ‘Klimaandelijkse’: een bijeenkomst om iedereen bij te praten en om het contact tussen de werkgroepen levendig te houden. In de zomer van 2019 waren er 80 leden actief.
Vertrouwen en eigenaarschap waren sleutelwoorden vanaf het begin. Een voorbeeld daarvan: al wie wilde kreeg toegang tot de back-end van de website om naar hartenlust blogposts, kalenderitems of webpagina’s te creëren. Ook de werkgroepen ontplooiden naar eigen inzicht allerlei activiteiten.
In mei 2019 was het dan eindelijk zover: de coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk Klimaan cvso werd opgericht, als tweede juridische entiteit van de burgerbeweging. Dat opende nieuwe mogelijkheden, want een coöperatie kan heel andere dingen doen dan een vzw. Vanaf toen konden burgers samen investeren in lokale klimaatprojecten. De coöperatie nam meteen een vliegende start met het leggen van zonnepanelen op het gemeentehuis en de bibliotheek van Bonheiden.
De Klimaanraad
De burgerbeweging was dus best complex geworden, met veel mensen, tal van werkgroepen en twee juridische entiteiten, elk met hun eigen bestuur. Alle energie, ideeën en projecten laten samenvloeien in een coherent geheel was best uitdagend. Na een tijdlang zoeken, creëerden we nog een extra structuur, geïnspireerd op het Sociocratie 3.0-patroon ‘kring van afgevaardigden’, met als doel de samenwerking in goede banen te leiden. We doopten onze kring van afgevaardigden de Klimaanraad. De eerste Klimaanraad vond plaats in september 2019.
Als je dit patroon toepast, ga je je organisatie opvatten als een verzameling deelorganisaties die samenwerken − bij Klimaan waren dit de werkgroepen. Elke deelorganisatie werkt autonoom binnen bepaalde grenzen (zoals een doelstelling, een takenpakket, een budget, enzovoort). Daarnaast is er een ‘kring van afgevaardigden’ die bestaat uit een vertegenwoordiger van elke werkgroep. Die beantwoordt de organisatie-overkoepelende vragen en uitdagingen. Mooi geregeld: geen hiërarchie, toch geen chaos.
De Klimaanraad had elke maand een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de thema-werkgroepen (bijvoorbeeld Werkgroep Energie), de ondersteunende werkgroepen (bijvoorbeeld Werkgroep IT), de lokale groepen (bijvoorbeeld Klimaan Vaartland) en de bestuursorganen. Werkgroepen en besturen mochten naar eigen goeddunken steeds dezelfde of regelmatig een andere persoon afvaardigen. Dat verschillende mensen in meerdere werkgroepen actief waren hielp om flexibel om te springen met wie naar de Klimaanraad kwam. Klimaan is een vrijwilligersvereniging, dus engagementen moesten passen bij ieders leven.
We zagen grote voordelen in het bestaan van de Klimaanraad. Nieuwe enthousiastelingen konden er supersnel hun entree maken. Een publicatie in het Staatsblad, zoals voor een nieuwe bestuurder zou moeten, hoefde niet, en het was ook geen langetermijnengagement. Bovendien: de twee rechtspersonen waaruit de burgerbeweging bestond (Klimaan vzw en Klimaan cvso) waren er beiden vertegenwoordigd, wat goed was voor de inhoudelijke samenhang tussen de twee.
Het bestuur
Wat deden de bestuursorganen dan? Dat vulde elk bestuur voor zichzelf in. Het bestuur van de coöperatie had en heeft nog altijd een groot takenpakket, want burgerkapitaal investeren vraagt voorzichtigheid en een coöperatie mag omwille van de wetgeving ook niet zomaar met vrijwilligers werken. Het bestuursorgaan van de vzw daarentegen hield het kleiner. Naar het voorbeeld van het minimum viable board van het internationale netwerk Enspiral, verklaarde het − ik was toen een tijdlang medebestuurder van Klimaan vzw − zichzelf verantwoordelijk voor een minimumpakket aan taken, met de focus op de juridische, financiële en administratieve zaken. Verder hield het bestuur wel een oogje in het zeil, maar gaf het vooral zo veel mogelijk invloed aan de Klimaanraad. Aan de leden van Klimaan vzw dus.
Het bestuur van Klimaan vzw kwam niet vaak samen. Enkele keren per jaar volstond. En bestuursvergaderingen waren sowieso al open voor wie ze wilde bijwonen. Een machtsbastion dat het laatste woord had is er in Klimaan nooit geweest. De bestuurders van de vzw wilden vooral een bedding blijven creëren voor wat zich wilde ontplooien, eerder dan de burgerbeweging een bepaalde richting uit te sturen. Dat deed elke werkgroep voor zichzelf wel. ‘Een Klimaan-initiatief geeft energie door samen zinvolle dingen te doen’ was een van de principes die we in het eerste jaar samen geformuleerd hadden, en wat geeft meer goesting dan je schouders te zetten onder een project dat je zelf mee bedacht hebt?
Samen navigeren
Onderwerpen die op de agenda van de Klimaanraad verschenen waren: Over hoeveel geld mag een werkgroep autonoom beslissen? Hoe gaan we om met leden die onze communicatiekanalen willen gebruiken om politieke boodschappen te verspreiden? Gaan we in op een uitnodiging tot samenwerking met een andere organisatie wat mogelijk onze draagkracht voor andere projecten verkleint? Gaan we een subsidie aanvragen met vermelding van activiteiten waarvan we niet weten of er voldoende vrijwilligers zijn om die tot een goed einde te brengen? Hoe goed willen we nieuwe leden leren kennen voordat we hen toegang geven tot het intern communicatieplatform Basecamp? Wat moet aan bod komen op de volgende Klimaandelijkse? Hoe houden we onze social media levendig met inbreng van verschillende werkgroepen? En ga zo maar door. Waar mogelijk pasten we in de Klimaanraad consent besluitvorming toe, ook een Sociocratie 3.0-patroon.
Leden reikten vaak mooie grootse ideeën aan. Het Klimaankompas met de vier principes hielp ons om samen te navigeren in de zee van mogelijkheden. Voortbouwend op de eerste ervaringen formuleerden we nog een extra criterium: ‘draagvlak en draagkracht’. Om na te gaan er draagvlak was voor een potentieel project, stelden we ons de vraag: past dit project binnen de visie en zijn leden er enthousiast over? En voor draagkracht: wat moet er concreet gebeuren, wie engageert zich ervoor en is het realistisch?
Het inschatten van draagvlak en draagkracht was een voortdurende evenwichtsoefening, want in een vrijwilligersvereniging fluctueren engagementen soms snel. Enkel als er volgens onze gezamenlijke inschatting voldoende draagvlak en draagkracht was, kon een groter project van start gaan. Dit heldere beslissingskader zorgde ervoor dat we samen verantwoordelijke beslissingen konden nemen, zonder daarvoor iemand in een verantwoordelijke positie te plaatsen. Voor kleinere projecten die door enkele mensen uitgevoerd konden worden, bijvoorbeeld binnen een werkgroep, was zo’n uitgebreide evaluatie uiteraard niet nodig. ‘Gewoon doen’, was daar de boodschap.
Klimaan blijft bewegen
Na drie jaren met een maandelijkse Klimaanraad kwamen er almaar minder werkgroepoverschrijdende vraagstukken op tafel, omdat de samenwerking ondertussen goed gestroomlijnd was. De coronatijd was ook niet gemakkelijk geweest − Klimaan steunt immers op lokale ontmoetingen −, en daardoor was het aantal actieve leden en het aantal projecten iets meer behapbaar geworden. De nood aan een maandelijks vergadermoment om de samenwerking te coördineren was er niet meer, en dus hield de Klimaanraad op te bestaan. De laatste vond plaats in januari 2023. Betekende dat dat leden minder inspraak kregen? Zeker niet. Leden beslissen nog altijd mee, maar dat verloopt nu op een meer organische manier, bijvoorbeeld via het online communicatieplatform of tijdens de Klimaandelijkse die nog altijd elke maand plaatsvindt om iedereen op de hoogte te houden.
De Klimaanraad, ofwel het Sociocratie 3.0-patroon kring van afgevaardigden, was een van de vele bouwstenen in een mozaïek aan aanpakken en bijeenkomsten die hielpen om van de burgerbeweging een succes te maken. Macht delen en mensen betrekken zat van in het begin in het DNA van de organisatie en dat krijgt op vele manieren vorm. Doordacht blijven kiezen voor wat helpt om die intenties waar te maken, houdt de energie in beweging.
Frederic Laloux, de auteur van het invloedrijke boek Reinventing Organizations, zegt daarover:
Wanneer organisaties gebouwd zijn, niet op impliciete mechanismen van angst, maar op structuren en praktijken die vertrouwen en verantwoordelijkheid genereren, beginnen er buitengewone en onverwachte dingen te gebeuren.
En er werden stenen verlegd. De coöperatie Klimaan cvso haalde ondertussen al zo’n 1,4 miljoen euro aan burgerkapitaal op en investeerde dat in zonneprojecten, warmtenetten en deelwagens. Drie mensen zijn er professioneel aan de slag.
Klimaan vzw is uitgegroeid tot een belangrijke stem in de lokale dialoog, en prikkelt en activeert nog steeds burgers met een scala aan boeiende activiteiten, zoals een geveltuinenproject, de aanplanting van een stadsbos, Repair Cafés, filmavonden en informatieve sessies. Eind 2021 was Klimaan vzw mede-oprichter van Pandschap Rivierenland, een coöperatie die private woningen duurzaam renoveert waarna ze verhuurd worden als sociale woning. En de ‘Klimavelo’, ook een Klimaan-initiatief, is een fietstaxidienst die minder mobiele mensen op hun bestemming brengt, vaak met riksjapiloten die graag hun Nederlands oefenen.
Klimaan blijft vol enthousiasme burgers in beweging brengen.
Dit artikel is aangepaste versie van een tekst die op mijn website verscheen.
Hier zijn we weer met onze tweede blog over Energiegemeenschappen!
In onze eerste editie legde Elise uit wat een Energiegemeenschap juist is. Maar wat is het nut van een energiegemeenschap, en hoe werkt het precies?
Daarvoor moeten we even onze blik verleggen van ons eigen stopcontact naar het volledige elektriciteitsnet van België.
De traditionele energieketen
De manier waarop we elektriciteit produceren is sinds de opkomst van hernieuwbare energiebronnen compleet veranderd. Hoe zag het er vroeger dan uit? Toen had je een vrij rechtlijnig systeem: de energiestromen liepen van elektriciteitscentrales naar consumenten via het transmissie – en distributienet, en de geldstromen liepen net in de omgekeerde richting, wel zo handig! Er waren wel af en toe correcties nodig om vraag en aanbod in evenwicht te houden, maar een draai aan de knop van een centrale was in principe voldoende om dat evenwicht te herstellen. Nu ja, er komt wel iets meer kijken bij in grote lijnen was het aanbod makkelijk af te stemmen op de vraag.
Energieketen met hernieuwbare energiebronnen
Een heel ander verhaal zien we in de huidige context van hernieuwbare energiebronnen. De impact is in alle aspecten van de energieketen te zien. Even alles op een rijtje.
Lokale energiebronnen
De energie stroomt niet langer enkel van centrale naar consument, maar wordt ook opgewekt bij mensen thuis, met de zonnepanelen op hun dak en met de windturbine in de wijk. Dat betekent dat de controle over het aanbod niet langer bij enkele partijen ligt maar bij een groot aantal partijen verspreid over het hele land.
2. Zonnige dagen, donkere nachten
Daarnaast zijn de energiebronnen een stuk minder continu en voorspelbaar geworden. Onze klassieke centrales met de draaiknop worden geleidelijk vervangen door bronnen die zich niet zomaar laten aan – en uitschakelen. Een centrale die enkel elektriciteit produceert wanneer de wind waait of de zon schijnt, dat is wel een stuk complexer in evenwicht te brengen dan een gascentrale die je gewoon kan aan – of uitzetten.
Hieronder een grafiek van de energiemix op 30 januari 2022 zoals gepubliceerd door Wind Europe vzw. Naast een constante hoeveelheid energie uit biomassa, uit nucleaire splijting en uit gasverbranding zien we de variabele input van hernieuwbare energiebronnen op ons net. Zonne-energie is in deze donkere dagen slechts enkele uren aanwezig, en ook wind toont een variabel patroon.
3. Controle over de energiefactuur
En tot slot, in de nieuwe energieketen met hernieuwbare energiebronnen gaat de geldstroom niet langer eenzijdig van consument naar producent. Iedereen kan producent worden en dus geld verdienen met de verkoop van elektriciteit. Op die manier profiteert iedereen mee van de kansen die de energietransitie biedt.
Terug naar de Energiegemeenschap
Wat heeft dit allemaal te maken met Energiegemeenschappen? Heel veel!
In een Energiegemeenschap ben je vrij om je energie aan te kopen bij een partij die energie lokaal en groen opwekt. Bovendien kan je de energie die bij mensen en bedrijven wordt geproduceerd, gaan uitwisselen aan een zelf gekozen energietarief. Wie energie verbruikt op een moment dat er véél zonne-energie in het net aanwezig is, zal waarschijnlijk ook een stukje minder betalen voor zijn energie.
Je zal nog steeds netkosten moeten betalen, maar op jaarbasis zou een gezin ongeveer 140 euro kunnen besparen met deze energie-uitwisseling. Om met een quote van KBC-medewerker én Klimaner Rudy Mariën te zeggen: “Je moet al een grote som geld op een spaarboekje zetten om tegenwoordig nog 140 euro per jaar aan interesten te verdienen!”
Tot slot kan je energie in een energiegemeenschap ook op een sociaal rechtvaardige manier gaan delen met anderen, door een voordeliger tarief aan een minder bevoorrechte partij toe te kennen.
We hebben al gezien dat het aanbod aan hernieuwbare energie doorheen de dag varieert.
Als we naar een schonere opwekking van elektriciteit willen, zonder uitstoot van CO2, dan moeten we dus trachten om ons verbruik beter af te stemmen op het aanbod. Hoe kan dat? Een klein voorbeeldje: de buurman produceert een overschot aan zonne-energie op de zonnigste uren van de dag en krijgt een beperkte vergoeding om die energie in het net te injecteren. Zelf heb ik geen zonnepanelen en betaal ik een vrij hoge vergoeding om energie te verbruiken op dat moment. In een energiegemeenschap kan je energie dus rechtstreeks kopen van je buur of van een andere producent, en dat voor een energieprijs die jullie zelf kiezen. Zo kan je dus, door te verbruiken wanneer er in de Energiegemeenschap energie over is, goedkoper werken. Bovendien zorg je ervoor dat er minder overschotten zijn in het net.
Meten is weten!
Om energie te gaan delen heb je kennis nodig over het energieaanbod doorheen de dag. Enter de digitale meter! Ondanks een niet heel succesvolle introductie in de Belgische markt, vormt de digitale meter een essentiële factor in onze transitie naar hernieuwbare energiebronnen. Want met een meter die enkel maandelijks of zelfs jaarlijks meet, kan je onmogelijk energie gaan uitwisselen en toegang krijgen tot een Energiegemeenschap. De gegevens die we gebruiken om energie af te rekenen tussen twee punten, worden per kwartier gemeten met een digitale meter. Met die gegevens kunnen we vervolgens heel precies bepalen hoeveel energie er op een bepaalde dag tussen twee punten is uitgewisseld.
Hieronder enkele dagen aan kwartierdata van een digitale meter, zoals we dat op Mijn Fluvius kunnen bekijken voor elke digitale meter.
Dit profiel hoort bij een eigenaar van een elektrische wagen die regelmatig van thuis uit werkt. De gele stroken duiden aan waar de wagen wordt opgeladen. Beeld je in dat er in onze Energiegemeenschap een aantal eigenaars van zonnepanelen zijn die hun overtollige stroom in het net injecteren. Dan kan deze eigenaar ervoor kiezen zijn wagen precies op dat moment te gaan laden door energie van hen te kopen, voor een overeengekomen prijs, en dan liefst nog aan hetzelfde vermogen als waaraan de zonnestroom beschikbaar is!
Om al deze zaken optimaal op elkaar af te stemmen, is een digitale meter absoluut noodzakelijk. Enkel zo kunnen we de gegevens van de zonnestroom aftoetsen ten opzichte van het verbruik. Enkel zo kunnen we de vergoedingen tussen de partijen in de Energiegemeenschap correct afhandelen. En enkel zo zullen onze handelingen een positieve impact hebben op de integratie van hernieuwbare energiebronnen in het net!
Alvast geïnteresseerd om mee te doen, en nog geen digitale meter? Je kan heel gemakkelijk een digitale meter aanvragen via Fluvius. Andere vragen of opmerkingen? Mail ons via info@klimaan.be!
Dit is de eerste blog van een reeks die zal inzoomen op het volgende hoofdstuk van onze lokale energietransitie. Ik vergelijk het soms met het leren van een nieuwe taal. We gaan nieuwe termen leren, nieuwe verbanden leggen en een hechtere gemeenschap vormen met hernieuwbare energie als bindweefsel. Het verhaal van de switch van passieve consumenten naar actieve prosumenten kennen jullie al. Dat we als Klimaan het coöperatieve model genegen zijn waar we met zo veel mogelijk burgers rechtstreeks eigenaar zijn van onze hernieuwbare energie installaties, daar vertel ik ook niets nieuws mee. Maar voor het volgende hoofdstuk willen we een ‘collectieve’ laag toevoegen tussen alle individuele puzzelstukjes.
We zijn als Klimaan fier om deel uit te maken van een groter geheel, een grotere familie energiecoöperaties die volgens dezelfde principes werken. Ik kan persoonlijk getuigen van de beginmaanden van Klimaan, waarbij we uitgenodigd werden aan tafel met toen een 16-tal andere RESCoops (hernieuwbare energie burgercoöperaties). Door te kunnen surfen op hun opgebouwde kennis van de voorbije decennia zijn wij in een stroomversnelling geraakt. Onze eerste zonnepanelen op publieke daken en de eerste innovatieve aansluiting van een bidirectionele laadpaal die we van nabij konden volgen, beide in Bonheiden, waren in samenwerking met zuster coöperatie ZuidtrAnt. Hun ‘DeelDeZon’ project plant verschillende eerste zaadjes richting de soort activiteiten waarover we het hier willen hebben, zoals elektrische deelwagens die als rijdende wijkbatterij fungeren en slim aangestuurd worden. Ze leveren nl. energie terug aan het net op momenten dat er minder hernieuwbare energie opgewekt wordt en nemen van het net wanneer er overvloed is. Ook de samenwerkingen met vele andere coöperaties waaronder Energent en Ecopower hebben ons kunnen doen groeien tot het punt waar we nu staan: een energiegemeenschap vormen die de energietransitie wil en kan versnellen.
Ook dankzij het cVPP project (Comunity Virtual Powerplant) hebben we samen met verschillende partners heel wat kennis mogen opdoen. Zo schreven we een toekomstvisie uit over hoe we stap voor stap als energiegemeenschap zouden groeien, waarbij alle deelnemende huishoudens gezamenlijk blijven beslissen wat de gemeenschap van belang vindt: meer collectieve hernieuwbare energie oplossingen voor onze huizen en verplaatsingen, waar de gemeenschap de vruchten van kan plukken. We bouwen stelselmatig onze eerste stappen verder, waaronder de focus op scholen in Bonheiden.
Radicale kennisdeling
De bedoeling is dat we hier met een experiment starten. Onbekend maakt onbemind. Ons recept: we gaan het inzicht verhogen en het eigenaarschap bij burgers leggen. Klimaan heeft zo’n 200-tal leden (vzw) en bijna 900 aandeelhouders. Als we er in slagen om met deze intrinsiek geïnteresseerde groep burgers zo veel mogelijk kennis op te doen en te verspreiden… hoeveel zaadjes kunnen we dan planten? We hebben als coöperatie van in het begin gesteld dat onze energietoekomst niet achter gesloten deuren tussen een handvol belanghebbenden moest bedisseld worden. We nemen liever het heft in handen zodat we kunnen handelen in het belang van ons allen. Dat winsten lokaal herverdeeld kunnen worden en verankerd kunnen worden in maatschappelijk relevante projecten. Ik ben me er terdege van bewust dat wij met deze thema’s kunnen bezig zijn, omdat we ons dit (mentaal) kunnen veroorloven. Dit experiment gaat over zelf de boer op gaan om de energietransitie te versnellen door zo veel mogelijk diverse burgers te laten deelnemen aan de mogelijkheden ervan en te laten delen in de meerwaarde.
Nieuwe taal
Als we een nieuwe taal willen leren, dan moeten we weten dat we hetzelfde bedoelen met bepaalde termen. (Disclaimer: we willen hier niet te lang bij blijven stilstaan, om voldoende te kunnen focussen op de acties en de volgende stappen. Er zijn talloze interessante publicaties te vinden over de oorsprong van deze termen, veelal dankzij Europese initiatieven en projecten). Gebaseerd op de formele terminologie van VEKA (Vlaams Energie en Klimaatagentschap) geven we hier de basics mee:
Een energiegemeenschap van burgers is een groep actieve afnemers die samen een vennootschap oprichten om bestaande marktactiviteiten uit te oefenen zoals hernieuwbare energie opwekken, zelf verbruiken, opslaan, verkopen, het net helpen in evenwicht houden of oplaaddiensten voor bv. elektrische deelmobiliteit aanbieden. Naast deze bestaande marktactiviteiten wordt het vanaf nu ook mogelijk om de energie die binnen de energiegemeenschap geproduceerd wordt, te delen onder de leden van de energiegemeenschap.
Actieve afnemers is gewoon een nieuwe term om te wijzen op de nieuwe rollen die prosumenten (niet enkel energie van het net halen, maar ook hernieuwbare energie produceren) kunnen opnemen. De regelgeving laat nu ook toe dat een actieve afnemer zijn of haar ‘overschot’ (dat anders op het net wordt gestoken), rechtstreeks aan een andere persoon wordt verkocht, zoals aan een buur, vriendin of familielid. Dat heet peer-to-peerhandel of persoon-aan-persoonverkoop. Gratis wegschenken mag ook. Ook de bewoners van een appartementsgebouw kunnen gezamenlijk in hernieuwbare energie op het dak investeren en onderling verdelen (vroeger kon dit enkel naar de gemeenschappelijke delen gaan).
Energie: waar de factuur om zou moeten draaien
Echter, er is wel nog één grote ‘maar’ aan deze activiteiten. Economisch is dit allemaal nog steeds weinig interessant omdat onze volledige kostprijs van energie maar voor een klein stukje (nl. een derde) uit de energie zelf bestaat. Het energiedelen en onderling verhandelen wegen enkel op dat stukje energie. De energie die jouw elektriciteitsmeter passeert zal nog steeds aan een heel deel andere vaste kosten onderworpen worden. Dit zijn distributie-, transmissienetkosten en andere heffingen en taksen. Enkel jouw zelfverbruik (de energie die je simultaan verbruikt wanneer je ze opwekt) is volledig vrijgesteld. Maar niet iedereen heeft eigen zonnepanelen, dat is net de clou van de zaak wanneer we hernieuwbare energie willen delen tussen een bredere groep mensen. Als jouw dak niet goed gelegen is of je hebt de financiële middelen niet voor eigen hernieuwbare energie, dan zou dit binnen de gemeenschap moeten kunnen aangeboden worden aan een goedkopere elektriciteitsprijs dan de standaard.
We zouden een volledige blog kunnen wijden aan hoe de scheeftrekking van de elektriciteitsfactuur t.o.v. de fossiele brandstof rekeningen is gegroeid en hoe dit recht te trekken. Een groot aandeel is de afbetaling van de steunmechanismen van het verleden (groenestroomcertificaten en warmtekrachtcertificaten). Gezien iedereen aangesloten is op het elektriciteitsnet werd het als eerlijk en praktisch beschouwd om die afbetalingen te solidariseren tussen alle aangeslotenen op het elektriciteitsnet. De andere energiedragers (fossiel) zoals aardgas en stookolie wordt nl. niet door iedereen gebruikt. Om de shift naar warmtepompen en elektrische (deel-)wagens te maken, zal elektriciteit wel goedkoper moeten worden in verhouding t.o.v. fossiele tegenhangers. Daarom wordt er nu op verschillende niveaus in ons land bekeken hoe bepaalde kosten kunnen verschoven worden tussen de energiedragers. In elk geval mogen we er zeker van zijn dat het onderdeel ‘energie’ in de factuur steeds meer zal beginnen doorwegen in de komende jaren, waardoor de activiteiten van energiegemeenschappen en haar actieve afnemers ook in belang en economisch voordeel zullen toenemen. Meer weten over dit thema? Dit pleidooi van ODE en BBL geeft meer informatie.
Is Klimaan een energiegemeenschap?
Er zijn voorwaarden verbonden om je als energiegemeenschap (EG) te kunnen organiseren:
Een EG moet een rechtspersoon zijn waaraan iedereen kan deelnemen (zowel burgers, lokale overheden, kmo’s als grote onderneming) maar het zeggenschap over de energiegemeenschap beperkt zich tot natuurlijke personen, lokale overheden of kleine ondernemingen. Klimaan check? Check!
In een EG hebben burgers, lokale overheden en kleine ondernemingen dus de touwtjes in handen. Klimaan check? Check!
Energiegemeenschappen van burgers voeren bovendien activiteiten uit die betrekkingen hebben op energie, dus elektriciteit of warmte, groen of grijs. Verder dienen ze een ecologisch, sociaal of economisch (voor hun leden of de regio waar ze actief is) doel na te streven. Het maken van winst is dus ondergeschikt aan dit hoofddoel. Klimaan check? Check!
Voor de volledigheid dient gemeld te worden dat er ook een officiële term ‘hernieuwbare energiegemeenschap’ wordt gebruikt. Hierbij gaan de activiteiten uitsluitend over hernieuwbare energie en kunnen er geen grote ondernemingen aan deelnemen. Deze gemeenschap heeft ook als rechtspersoon het eigenaarsschap van de gebruikte installaties. Ook dit is het geval voor Klimaan CVSO die als burgercoöperatie de hernieuwbare installaties in eigendom heeft. Verder duiken we niet dieper in de verschillende termen, want we voelen dat we als Klimaan aan de voorwaarden voldoen en willen vervolgens de daad bij het woord voegen.
We willen ons daarom als energiegemeenschap aanmelden bij de VREG. Er zal een overeenkomst worden afgesloten tussen de leden van de energiegemeenschap die de o.a. de verdeling van de gezamenlijke opgewekte stroom verder afspreekt. Later meer daarover. Maar lees gerust alle details verder na via dit handig overzicht: Energiegemeenschappen | VREG
Nu we de intro achter de rug hebben, kunnen we binnenkort de volgende stap nemen!
Ben je geïnteresseerd om deel te nemen? Word lid van de vzw en/of aandeelhouder van Klimaan cvso of een andere energiecoöperatie! Tot binnenkort!
Alex Polfliet is energie-expert van consultancybureau Zero Emission Solutions en schreef onderstaand opiniestuk, dat ook in De Morgen werd gepubliceerd.
Op de groothandelsmarkt noteert gas vier keer zo hoog als een jaar geleden, de elektriciteit is nu drie keer duurder. Dat kwam uitvoerig aan bod in de media. Het politieke debat concentreert zich op wat het beleid kan doen om de pijn voor burgers en bedrijven te verzachten. Maar dat debat komt veel te laat. Want België wordt veel meer dan andere landen getroffen door de hoge energieprijzen. En dat hebben we geheel aan onszelf te wijten. Aan het jarenlange (gebrek aan) beleid, maar ook aan ons persoonlijk gedrag.
Het energieverbruik per capita ligt hier namelijk veel hoger dan gemiddeld in Europa. Dat België meer energie-intensieve bedrijven kent, is een te gemakkelijk excuus om volgende aberraties te maskeren: industriële grootverbruikers krijgen gigantische kortingen op netkosten en heffingen. Daarbovenop krijgen bepaalde bedrijven miljoenen uit het klimaatfonds om hun CO2-kost te compenseren. Zonder ook maar de minste tegenprestatie. Geen wonder dat die industrie energie-intensief blijft.
Onze woningen verbruiken 70 procent meer per vierkante meter dan gemiddeld in Europa. Bovendien zijn ze een pak groter. Niettegenstaande de Vlaamse overheid al jaren poogt de energetische renovatiegraad op te krikken, met een premie hier en een e-peilverplichting daar, is de renovatiesnelheid drie keer trager dan wat zou moeten. Want de gemiddelde Vlaming lijkt liever te investeren in een dure keuken, dan in een energiezuinige woning.
Vlaanderen telt ongeveer 95 procent minder warmtepompen dan Nederland. Geen wonder: in Nederland wil men van het gas af, in Vlaanderen geeft men premies voor een gasketel. De heffingen op onze aardgasfactuur bedragen 0,16 ct/kWh (cent per kilowattuur), deze op elektriciteit liefst 4,12 ct/kWh. Maar meer dan kibbelen over wie in deze schuld treft, doen de Vlaamse en Belgische regering niet. (Voor de duidelijkheid: ze hebben allebei boter op het hoofd.)
10 procent van onze energie komt van hernieuwbare bronnen. België is daarmee het Europese kneusje. Kernenergie is goed voor 7 procent. En dus moeten wij nu 83 procent van onze energie aan dramatisch hoge prijzen invoeren. De productiekost voor zonne- en windstroom is bij nieuwe installaties lager dan 50 euro/MWh, zonder subsidie. De elektriciteitsbeursprijs noteerde vrijdag 132 euro/MWh. Massaal investeren in zon en wind is dus een no-brainer. Toch is de PV-sector (fotovoltaïsch) dit jaar in elkaar geklapt omdat men het vertrouwen in de overheid kwijt is na het debacle over de terugdraaiende teller. En nog bestaat de Vlaamse regering het om de Europese Richtlijn over energiegemeenschappen zo beperkend mogelijk in te vullen. Een vergunning halen voor windturbines wordt steeds moeilijker, de normen zijn in Vlaanderen strenger dan elders. Dit jaar is de groei van het aantal turbines slechts een derde in vergelijking met vorig jaar en dat was al geen schitterend jaar. Heel wat bedrijven willen wel windturbines of grote zonneparken plaatsen, maar botsen op een njet van de overheid.
En ga zo maar door. We hinken achterop inzake elektrische wagens. Bij ons bedroeg het aantal nieuw ingeschreven ‘full electric vehicles’ in 2020 amper 1,58 procent. In Nederland was dat 15 procent, in Noorwegen 45 procent. En het gemiddeld aantal verreden ‘fossiele’ kilometers ligt bij ons dan weer 20 procent hoger dan in de ons omringende landen, ook het aantal ‘vrijetijdskilometers’. Want, hé, onze bedrijfswagen is gratis, dus laat ons daar maximaal van profiteren, niet?
Conclusie, de huidige hoge elektriciteits- en gasprijzen verzwakken onze concurrentiepositie en verarmen onze bevolking. De enige winnaars zijn de oude fossiele energiereuzen en schurkenstaten aan wiens infuus we al decennia hangen.
Wat kan de overheid nu doen? De federale regering kan de hogere btw-inkomsten integraal gebruiken om de ‘groene’ heffingen uit de elektriciteitsfactuur te schrappen. En voor fossiel werken met een omgekeerd clicksysteem: als de gas- en olieprijs daalt, een deel daarvan gebruiken om de accijns te verhogen. De btw op steenkool, nu 12 procent, moet worden verhoogd tot minstens het niveau dat geldt voor stroom (21 procent).
De Vlaamse regering moet inzake hernieuwbare energie alle registers opentrekken. Niet met subsidies, wel door zonnedelen écht te promoten, door eigenaars van grote geschikte daken te verplichten om zelf panelen te leggen of hun dak ter beschikking te stellen aan burgercoöperaties. En door windenergieprojecten die voldoen aan alle normen te vergunnen, in plaats van drogredenen te zoeken om ze tegen te houden.
“Ik ben Oskar en op donderdag 21 oktober heb ik de kans gehad om via de Youca-Day een dag voor Klimaan te werken.
Ik leef zelf klimaatbewust en probeer mijn CO2 impact zoveel mogelijk te beperken. Ik eet vegetarisch en verplaats me zoveel mogelijk met de fiets. Ook op school probeer ik met ‘Climate4Change’ de groene gedachte te triggeren.
Mijn eerste opdracht was om de tool “Impactschatter” te evalueren. Hmmm ik moet eerlijk bekennen dat ik me bij het functioneren van mijn koelkast tot op vandaag de dag geen vragen had gesteld… goed dat hier verandering in komt.
Toen ik de tool ‘ImpactSchatter’ bekeek, was ik benieuwd hoe energiezuinig onze koelkast is. Ik had verwacht dat dit in orde zou zijn. Toen ik zag dat het toestel een A/D toestel was en mijn mama me vertelde dat onze koelkast al 11 jaar oud was, kreeg ik al een voorgevoel.
Ik wou vergelijken hoeveel ik zou uitsparen als ik een A++/B toestel zou aanschaffen. Nadat de gegevens ingevuld waren, zag ik dat de aankoopkosten 250 euro lager liggen bij de aankoop van een A/D toestel MAAR toen ik de kosten van het verbruik zag was ik verbaasd. Ik zou na 10 jaar bijna 400 euro besparen puur op energiekost met een A++/B koelkast. Dat is veel geld en maakt de dure aankoopsom in mijn ogen goed!
Een ander belangrijk aspect zijn de milieukosten want een hoge CO2 uitstoot door het verbruik heeft niet alleen een grote impact op onze energiefactuur maar ook voor het klimaat. Ik keek op toen ik zag dat ons huidige toestel een zeer hoge CO2 uitstoot heeft. Ik zag dat door de aankoop van een nieuw toestel er 450 ton CO2 minder zou geproduceerd worden wat het equivalent is van anderhalve boom. Ik ben een persoon die houdt van harde bewijzen door middel van een transparante weergave van gegevens. Het is tof dat de gebruiker van ImpactSchatter door de gegevens zelf tot het inzicht komt dat een nieuw groener toestel niet alleen beter is voor het klimaat maar ook voor de portemonnee.
Wat heb ik hieruit geleerd?
Dat mijn koelkast toch niet zo groen is als ik dacht en dat ImpactSchatter een zeer gemakkelijke en handige tool is om te gebruiken. Tot slot heb ik met mijn mama de deal gemaakt dat de volgende keer dat we een koelkast gaan kopen, we eerst ImpactSchatter gaan raadplegen!”
Deze week was het zo ver! Klimaners gingen samen met de bewoners van de Willem Geetsstraat op zondag 24 oktober aan de slag om hun straat te vergroenen. De bewoners van de Willem Geetsstraat wonnen samen met die van de Borchtstraat de wedstrijd “Win een groene straat” die Klimaan in het voorjaar 2021 uitschreef. In het totaal dienden maar liefst 11 straten een aanvraag in om zo’n groene straat te winnen! De winnende straten konden rekenen op de hulp van vzw Klimaan voor het faciliteren en coördineren van het participatietraject, het uitbreken van de geveltuintjes en het planten van het gekozen groen. Dit leverde een dag vol actie en verbindende gesprekken op tussen de bewoners. En… het resultaat mag er zijn!
Wie volgt het groene voorbeeld van deze gemotiveerde Mechelaars?